ECLI:NL:TGDKG:2016:140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 318.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:140
Datum uitspraak: 18-10-2016
Datum publicatie: 23-12-2016
Zaaknummer(s): GDW verzet 318.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 oktober 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 23 februari 2016 met zaaknummer 795.2015 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 318.2016 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 14 september 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 7 en van 15 oktober 2015 heeft klager de klacht aangevuld. Bij brief van 14 oktober 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 23 februari 2016 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 10 maart 2016. Bij brief van 23 maart 2016, ingekomen op 24 maart 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare zitting van 6 september 2016 alwaar niemand is verschenen. Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 oktober 2016.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      De verhuurder van klager heeft de gerechtsdeurwaarder medio 2013 verzocht een huurachterstand bij klager in te vorderen.

b)      Op 5 september 2013 heeft de verhuurder de gerechtsdeurwaarder verzocht een dagvaarding uit te brengen aan klager voor een op dat moment bestaande huurachterstand van € 1.508,30. De dagvaarding is op 13 september 2013 aan klager betekend.

c)      Na een door klager gemaakt bezwaar tegen de hoogte van de gevorderde huurachterstand, heeft de gerechtsdeurwaarder klager op 18 september 2013 medegedeeld dat de door hem gemelde betalingen al in het saldo waren meegenomen.

d)     Op 21 september 2013 heeft klager de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat een door hem op 16 september 2013 gedane betaling niet was meegenomen. Op 24 september 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder klager geschreven dat ook deze betaling door de verhuurder was geboekt en in het overzicht was meegenomen.

e)      Op 25 september 2013 heeft de verhuurder de gerechtsdeurwaarder verzocht de dagvaarding in te trekken.

f)       Op 11 oktober 2013 heeft de verhuurder klager onder meer medegedeeld dat naar aanleiding van zijn voorstel en zijn belofte de huur en de termijn direct na ontvangst van zijn uitkering te voldoen en de constatering dat de door klager over de verhuurder op de door hem beheerde publicaties zijn verwijderd, besloten is klager voorlopig niet te dagvaarden.

g)      Op 8 mei 2015 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht te reageren op zijn per fax verzonden klacht. Op 11 mei 2015 is klager door de gerechtsdeurwaarder verzocht zijn klacht nogmaals toe te sturen of de zaak telefonisch te bespreken. Op 12 mei 2015 werd de klacht ontvangen.

h)      Op een verzoek van de gerechtsdeurwaarder de klacht telefonisch op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder te bespreken heeft klager geen gehoor gegeven.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager voert aan dat hij op 13 september 2013 door de gerechtsdeurwaarder is gedagvaard in opdracht van zijn verhuurder. Gevorderd werd een huurbetalingsachterstand van € 1.508,30 en een bedrag aan buitengerechtelijke kosten. Na controle bleek daarvan bleek van de huurachterstand al € 966,67 te zijn voldaan. De gerechtsdeurwaarder heeft de ontvangst van de betalingen ook schriftelijk bevestigd. Het resterende bedrag viel volgens klager onder een betalingsregeling die hij nakwam en die door de verhuurder niet was opgezegd. De verhuurder trok de dagvaarding in nadat klager door de verhuurder was gedwongen publicaties over de vele gebreken aan het gehuurde van het internet te verwijderen en in te stemmen met het versneld aflossen van de betalingsachterstand. Klager heeft bij de gerechtsdeurwaarder een klacht ingediend over de onjuist opgevoerde betalingsachterstand. Hoewel eerdere faxen altijd werden beantwoord, volgde er nu geen reactie. Na de klacht nogmaals te hebben verzonden bevestigde de gerechtsdeurwaarder de ontvangst maar volgde er geen inhoudelijke reactie. De gerechtsdeurwaarder heeft volgens klager gehandeld als loopjongen voor zijn opdrachtgever, die van plan was misbruik te maken van het procesrecht met een evident ongegronde vordering en erop rekende dat de rechter zijn toestemming zou geven voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder klager op verzoek van zijn verhuurder heeft aangeschreven tot betaling van een huurachterstand omdat klager een tussen de verhuurder en hem tot stand gekomen betalingsregeling niet nakwam. Omdat de huurachterstand hoger werd, is op 13 september 2013 op verzoek van de verhuurder een dagvaarding aan klager betekend. Bij een opdracht tot het uitbrengen van een dagvaarding inzake een huurvordering als de onderhavige mag de gerechtsdeurwaarder afgaan op de opgave van de achterstand die hij van zijn opdrachtgever ontvangt. Klager heeft daartegen bezwaar gemaakt maar de gerechtsdeurwaarder heeft klager bij brief van 18 september 2013 medegedeeld dat de door hem genoemde betalingen al in de dagvaarding waren verwerkt. De door klager in zijn brief van 21 september 2013 vermelde betaling kon niet meer in de op 13 september 2013 uitgebrachte dagvaarding worden verwerkt. De gerechtsdeurwaarder heeft klager schriftelijk medegedeeld dat ook die betaling in mindering op de vordering zou worden gebracht. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tot taak om verder te beoordelen of de vordering die zijn opdrachtgever hem ter incasso aanbiedt, gegrond is.

5.2 Uit het voorgaande valt op geen enkele wijze enig in tuchtrechtelijk opzicht klachtwaardig handelen te ontdekken. Van een door klager genoemde onjuiste achterstand in de dagvaarding is evenmin sprake. Verdere bezwaren tegen de hoogte van de achterstand had klager moeten inbrengen in de procedure. Dat de dagvaarding is ingetrokken, nadat klager was gedwongen publicaties op internet te verwijderen en in te stemmen met versnelde aflossing van de betalingsachterstand, kan klager niet aan de gerechtsdeurwaarder tegenwerpen.

5.3 De voorzitter heeft verder overwogen dat de gerechtsdeurwaarder niet gehouden was op de klacht van klager van 12 mei 2015 in te gaan. De enige betalingsafspraak die wordt onderbouwd volgt uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde brief van de Woningstichting (bijlage 5 bij het verweer). Die afspraak is gemaakt nadat klager was gedagvaard. Van een valselijk opgemaakt overzicht is dan ook geen sprake. Dat klager heeft afgezien van een telefonisch gesprek met de gerechtsdeurwaarder komt voor zijn rekening. Een persoonlijk gesprek met de kandidaat gerechtsdeurwaarder kan door klager niet worden afgedwongen.

6. De gronden van het verzet

6.1 Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Volgens klager is hij in opdracht van zijn verhuurder vanaf  april 2013 door de gerechtsdeurwaarder belaagd. Volgens de wet is belaging 'het stelselmatig opzettelijk en ongewenst inbreuk maken op de privacy van een ander, met het doel de ander te dwingen iets te doen, iets niet te doen of iets te dulden of met het doel vrees aan te jagen'. De gerechtsdeurwaarder heeft klager telkens geschreven dat hij zijn afspraak niet nakwam maar op zijn vraag waaruit die afspraak bestond kwam geen antwoord. Klager heeft van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder ook geen brief ontvangen waarin stond dat klager de afspraak niet nakwam. De afspraak is ook niet opgezegd.

6.2 Dat klager werd gedagvaard omdat de huurachterstand hoger werd klopt niet. Na het intrekken van de dagvaarding ging de belaging in opdracht van de verhuurder door. Het conflict met zijn verhuurder vloeit voort uit publicaties van klager over de miljoenenfraude bij een andere verhuurder, de voormatige werkgever van werknemers die thans bij de verhuurder werkzaam zijn. Beide verhuurders hebben een protestantse identiteit en werken samen met andere bedrijven met dezelfde identiteit, zoals gerechtsdeurwaarderskantoren. Om de dagvaarding te voorkomen dient klager € 1.869,85 betalen. In het bedrag is ook de prijs van de dagvaarding, rente, het salaris van de gemachtigde en informatiekosten opgenomen. Volgens klager is dat ook klachtwaardig.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Nieuwe klachten kunnen niet voor het eerst in verzet worden aangevoerd. Voor zover het verzet nieuwe klachten bevat, worden die klachten daarom buiten beoordeling gelaten.

7.2 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de kamer verder niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de kamer zich verenigt. De kamer acht de beslissing van de voorzitter daarom juist.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. A. Sissing en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.