ECLI:NL:TGDKG:2016:126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 123.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:126
Datum uitspraak: 31-05-2016
Datum publicatie: 19-12-2016
Zaaknummer(s): 123.2016
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. De afwikkeling van het dossier had netter gekund. Het dossier was voor klager namelijk in het geheel niet meer toegankelijk, terwijl hij via de website een vraag had gesteld en deze vraag in het geheel niet meer te traceren was. De gerechtsdeurwaarder heeft daar steken laten vallen, doch van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 31 mei 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 19 januari 2016 met zaaknummer 575.2015 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 603026 / DW RK 16-123 ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen d.d. 30 juni 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 11 augustus 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 19 januari 2016 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 21 januari 2016. Bij brief, ingekomen op 1 februari 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 april 2016 alwaar klager en voorts [   ]namens de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 31 mei 2016.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-    De gerechtsdeurwaarder heeft in maart 2014 opdracht gekregen om onbetaald gelaten huurtermijnen op klager te incasseren. Deze zaak is bij de gerechtsdeurwaarder geregistreerd onder dossiernummer 131400541.

-    Op 22 april 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een nieuw dossier aangemaakt onder zaaknummer 131501143. Dit dossier is volgens de gerechtsdeurwaarder op 20 mei 2015 gesloten.

-    De zaak met nummer 131400541 heeft geleid tot een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van [   ] waarbij klager is veroordeeld tot betaling van rente, buitengerechtelijke incassokosten en tot betaling van de proceskosten.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager voert aan dat het verweerschrift dat door de gerechtsdeurwaarder is ingediend een zaak betreft waarover door klager niet is geklaagd. De klacht betreft volgens de brief van klager van 10 november 2015 het dossier met zaaknummer 131501143. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij dit dossier op eigen initiatief heeft aangemaakt en vervolgens heeft laten verdwijnen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1. De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

“4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft samengevat aangevoerd dat het dossier met

nummer 131501143 op 22 april 2015 is aangemaakt, in verband met een nieuwe

huurachterstand die zou zijn ontstaan, terwijl achteraf is gebleken dat een door klager op 1 augustus 2014 gedane betaling niet correct door de opdrachtgever was verwerkt. Er was dus geen nieuwe achterstand en het dossier is daarom op 20 mei 2015 gesloten. Dit is voor klager duidelijk, althans zou hem duidelijk moeten zijn, aangezien klager hierover door de zaakbehandelaar destijds meerdere malen (telefonisch) is geïnformeerd, voorzien van uitleg.

4.4 Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder gegeven uitleg kan niet worden gezegd dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen nu niet valt in te zien welk belang van klager is geschaad. De door klager in zijn klachtbrief van 30 juni 2015 genoemde huurachterstand had betrekking op het dossier met zaaknummer 131400541. Maar omdat die klacht volgens klager niet over dit dossier gaat hoeft hier verder niet op in te worden gegaan.”

5.2. Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet voert klager - samengevat - aan dat de voorzitter niet alle gestelde vragen beantwoordt. De gerechtsdeurwaarder heeft zonder redenen een dossier opgebouwd, zonder opdrachtgever en zonder huurachterstand. In overweging 4.3. van de voorzittersbeslissing zijn onjuistheden vermeld. De klacht van klager is namelijk niet in behandeling genomen en er is ook geen telefonische of schriftelijke uitleg gegeven. De klacht gaat over dossiernummer 131501143 en heeft niets te maken met de andere dossiernummers. Het was onnodig een nieuw dossiernummer te openen.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1. Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer merkt nog op dat de wijze waarop het dossier is afgewikkeld aanmerkelijk netter had gekund. Het dossier was voor klager namelijk in het geheel niet meer toegankelijk, terwijl hij via de website een vraag had gesteld en deze vraag in het geheel niet meer te traceren was. De gerechtsdeurwaarder heeft daar steken laten vallen, doch van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken. Daarbij heeft de Kamer het telefonisch contact met [   ], zoals blijkt uit de producties, in aanmerking genomen. Daarnaast zijn klager ook geen kosten in rekening gebracht door de gerechtsdeurwaarder. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, en mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.