ECLI:NL:TGDKG:2016:114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 659.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:114
Datum uitspraak: 31-05-2016
Datum publicatie: 19-12-2016
Zaaknummer(s): 659.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gebleken.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 31 mei 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 28 juli 2015 met nummer 847.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 659.2015 ingesteld door:

[   ]

wonende te [   ],

klager,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 29 juli 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen op 2 augustus 2015, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 april 2016. Partijen zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 31 mei 2016.

2. De feiten

Klager heeft een betalingsregeling van € 20,00 per maand aan de gerechtsdeur-waarder voorgesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft dit voorstel afgewezen en een betalingsregeling van € 40,00 per maand voorgesteld.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte niet akkoord is gegaan met zijn betalingsvoorstel van € 20,00 per maand.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder terecht heeft aangevoerd dat een schuldenaar, ingevolge het bepaalde in artikel 6:29 BW, zonder toestemming van de schuldeiser niet bevoegd is het verschuldigde in gedeelten te voldoen. Dit brengt mee dat de schuldeiser gedeeltelijke nakoming kan weigeren. In dit geval heeft de schuldeiser blijkbaar niet ingestemd met de voorgestelde aflossing. Klager kan dat de gerechtsdeurwaarder niet verwijten.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Er is door de gerechtsdeurwaarder geen rekening gehouden met zijn moeilijke financiële omstandigheden. Voorts is de beslagvrije voet niet juist bepaald.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft geen verweer gevoerd.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. Nieuwe klachtonderdelen, zoals de klacht over de beslagvrije voet, kunnen niet voor het eerst in verzet aan de orde worden gesteld. De beslissing van de voorzitter is dus juist.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2016 in tegenwoordigheid van de secretaris.