ECLI:NL:TDIVTC:2016:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2014/87

ECLI: ECLI:NL:TDIVTC:2016:4
Datum uitspraak: 28-01-2016
Datum publicatie: 05-02-2016
Zaaknummer(s): 2014/87
Onderwerp: Overige diersoorten
Beslissingen: Ongegrond
Inhoudsindicatie: Dierenarts wordt verweten veterinair onjuist te hebben gehandeld bij het vaccineren van een kudde schapen van klager, als gevolg waarvan er 15 schapen zijn overleden. Ter zitting wordt alsnog een minnelijke regeling bereikt.

 

X,                           klager,    

tegen

Y,                           beklaagde.

1. DE KLACHT

Beklaagde wordt verweten veterinair onjuist te hebben gehandeld bij het vaccineren van een kudde schapen van klager, als gevolg waarvan er 15 schapen zijn overleden.

2. HET VERWEER   

Beklaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. 

3. DE PROCEDURE

3.1. Het college heeft kennisgenomen van het klaagschrift, het verweerschrift, de repliek en de dupliek. Hierna is een mondelinge behandeling geagendeerd op 17 december 2015. Ter zitting zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden.

3.2. In de loop van de mondelinge behandeling is door het college de vraag aan de orde gesteld of bij partijen nog de bereidheid bestond om een schikking in der minne te beproeven. Beide partijen hebben zich bereid verklaard om met elkaar in gesprek te gaan, waartoe de zitting enige tijd geschorst is geweest. Hierna hebben partijen het college laten weten dat zij een regeling hebben kunnen treffen, zodat de klacht als ingetrokken kan worden beschouwd.

4. DE EINDCONCLUSIE   

Het college:

stelt vast dat partijen tot een vergelijk zijn gekomen, zodat niet meer op de klacht hoeft te worden beslist en de zaak is afgedaan.

Aldus vastgesteld te ’s-Gravenhage door mr. G.J. van Muijen, voorzitter, en door de leden drs. J Hilvering, drs. M. Lockhorst, drs. J.A.M. van Gils en drs. B.J.A. Langhorst-Mak,

Uitgesproken in het openbaar op 28 januari 2016 door mr. G.J. van Muijen, in tegenwoordigheid van mr.  S.K. Lee , plv. secr