ECLI:NL:TAHVD:2016:261 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160142
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2016:261 |
---|---|
Datum uitspraak: | 09-12-2016 |
Datum publicatie: | 27-12-2016 |
Zaaknummer(s): | 160142 |
Onderwerp: | Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | De raad heeft vastgesteld dat van schending van een gedragsregel door verweerder geen sprake is geweest. Bekrachtiging van de uitspaak van de raad door het hof. |
Beslissing
van 9 december 2016
in de zaak 160142
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 2 mei 2016, onder nummer 16-047, aan partijen toegezonden op 2 mei 2016, waarbij de klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2016:97.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 26 mei 2016 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- de brief van klager van 6 oktober 2016.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 17 oktober 2016, waar beide partijen, met bericht van verhindering, niet zijn verschenen.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder zonder toestemming van klager vertrouwelijke informatie heeft verstrekt aan U over een overeenkomst tussen klager en D.
Klager onderbouwt de klacht als volgt. U kan de uit haar mail van 4 september blijkende kennis alleen via verweerder verkregen hebben. Volgens klager was U blijkens haar brief van 29 juli 2015 voordien wél bereid om hem - onder voorwaarden - ter zake de buitengerechtelijke kosten te betalen, maar is zij vanwege de door verweerder verstrekte informatie daartoe niet meer bereid.
4 FEITEN
In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 De raad heeft vastgesteld dat van schending van een gedragsregel door verweerder geen sprake is geweest. Het hof deelt dit standpunt nu het onderzoek in hoger beroep niet heeft geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 2 mei 2016, onder nummer 16-047.
Aldus gewezen door mr. J.C van Dijk, voorzitter, mrs. G.W.S. de Groot, M.L. Weerkamp, J. Italianer, J.A. Schaap, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2016.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 9 december 2016.