ECLI:NL:TAHVD:2016:173 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160041
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2016:173 |
---|---|
Datum uitspraak: | 26-08-2016 |
Datum publicatie: | 29-08-2016 |
Zaaknummer(s): | 160041 |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen de advocaat van de wederpartij, waaronder dat verweerster als lid van de vFAS als advocaat in een vechtscheiding is opgetreden en onjuiste informatie heeft opgenomen in het verweerschrift, is ook in hoger beroep ongegrond. Bekrachtiging. |
Beslissing
van 26 augustus 2016
in de zaak 160041
naar aanleiding van het hoger beroep van:
mede namens een Stichting
klaagster
tegen:
verweerster
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 25 januari 2016, onder nummer 15-278, aan partijen toegezonden op 26 januari 2016, waarbij de Stichting niet-ontvankelijk is verklaard in haar klacht tegen verweerster en een klacht van klaagster tegen verweerster in al haar klachtonderdelen ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2016:59.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 12 februari 2016 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 3 juni 2016, waar klaagster is verschenen.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet:
a) door niet ingeschreven te zijn bij de Raad voor Rechtsbijstand en als lid van de vFAS als advocaat op te treden in een vechtscheiding en door onjuist informatie op te nemen in het verweerschrift. Reden voor de Stichting om een juridisch signaal af te geven,
b) door in strijd met de gedragsregels voor advocaten, in strijd met de wet en in strijd met de kinderverdragen te handelen,
c) door advocaten (mrs. A en R) te bedreigen en door te bewerkstelligen dat er een onzuiver vonnis werd gewezen. Daarbij heeft de relatie tussen J en de heer H een rol gespeeld.
4 FEITEN
4.1 In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 De raad heeft de Advocatenwet zoals deze gold tot 1 januari 2015 op de onderhavige zaak toegepast. Omdat de klachten zijn ingediend voor 1 januari 2015 zal ook het hof de Advocatenwet toepassen die gold tot genoemde datum.
5.2 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.3 De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 25 januari 2016, onder nummer 15-278.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, G.W.S. de Groot, A.R. Sturhoofd en E.M. Soerjatin, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J. Gijzen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2016.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 26 augustus 2016.