ECLI:NL:TAHVD:2016:170 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160018

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2016:170
Datum uitspraak: 26-08-2016
Datum publicatie: 29-08-2016
Zaaknummer(s): 160018
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht dat verweerder klager niet heeft geïnformeerd over de gevolgen van een gerechtelijke procedure, is ook in hoger beroep ongegrond. Het verwijt dat klager teveel aan declaratie heeft betaald is ook in hoger beroep niet onderbouwd, zodat ook die klacht ongegrond is. Het verwijt dat verweerder klager geen specificaties van zijn declaraties heeft toegezonden valt buiten de klachtomschrijving. Bekrachtiging.

Beslissing

van 26 augustus 2016   

in de zaak 160018

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 8 januari 2016, onder nummer 01/15, aan partijen toegezonden op 11 januari 2016, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2016:35.  

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 28 januari 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 6 juni 2016, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    hij klager niet geïnformeerd heeft over de gevolgen van een gerechtelijke procedure;

b)    klager teveel aan declaratie heeft betaald mede gezien de hoogte van de vordering op de broer.

4    FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING 

5.1    Op 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De gewijzigde Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 bij de deken zijn ingediend. De onderhavige klacht is vóór 1 januari 2015 ingediend, en zal dus worden beoordeeld aan de hand van de Advocatenwet zoals die vóór 1 januari 2015 gold.

5.2    Ten aanzien van klachtonderdeel a heeft het onderzoek in hoger beroep niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden daarom verworpen. Klachtonderdeel a is ongegrond.

5.3    De raad heeft klachtonderdeel b ongegrond verklaard omdat klager onvoldoende heeft onderbouwd dat hij teveel aan declaraties heeft betaald. Ook in hoger beroep wordt dit verwijt niet onderbouwd terwijl ook niet is kunnen blijken dat klager teveel aan declaraties heeft betaald. Het hof voegt hieraan toe dat ter zitting in hoger beroep wel is vastgesteld dat verweerder aan klager geen specificaties van zijn declaraties heeft toegestuurd. Het hof acht dit onjuist omdat klagers wens daartoe tijdens de behandeling bij de raad aan de orde is geweest. Deze kwestie valt evenwel buiten de klachtomschrijving en kan daarom niet tot gegrondverklaring van klachtonderdeel b leiden.

5.4    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2016, onder nummer 01/15.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, D.J. Markx, H.J. de Groot en V. Wolting, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2016.

griffier    voorzitter       

De beslissing is verzonden op 26 augustus 2016.