ECLI:NL:TAHVD:2016:155 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160035
ECLI: | ECLI:NL:TAHVD:2016:155 |
---|---|
Datum uitspraak: | 11-07-2016 |
Datum publicatie: | 12-07-2016 |
Zaaknummer(s): | 160035 |
Onderwerp: | Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht over advocaat tegen wie een klacht is ingediend en die volgens klager op de zitting van de raad van discipline onwaarheid heeft gesproken.De klacht is ook in hoger beroep ongegrond. Bekrachtiging. |
Beslissing
van 11 juli 2016
in de zaak 160035
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 8 januari 2016, onder nummer 27/15, aan partijen toegezonden op 11 januari 2016, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2016:45.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 9 februari 2016 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder
- het proces-verbaal van de zitting van de raad van 11 april 2014.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 30 mei 2016, waar klager en verweerder zijn verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder ter zitting van de raad van 11 april 2014 niet de waarheid heeft gesproken waar hij verklaarde niet bekend te zijn met het besprekingsverslag van 16 januari 2008.
3.2 Ter toelichting heeft klager aangevoerd dat de klacht in de zaak die op 11 april 2014 door de raad is behandeld stoelde op 2 documenten: een op 22 januari 2008 door verweerder ondertekende verklaring van 17 december 2007 en aansluitend een besprekingsverslag van 16 januari 2008. Dit verslag is als bijlage bij het e-mailbericht van 17 januari 2008 door verweerder aan klager gezonden. In het besprekingsverslag staat onder meer:
“[klager] en [verweerder] spreken af op de kortst mogelijke termijn een nadere afspraak te maken teneinde elkaar over en weer volledig te informeren omtrent de afwikkeling van de vaststellingsovereenkomst van 30 november 2007, waarbij wordt bekrachtigd dat uitbetalingen van beleggers welke worden vertegenwoordigd door [verweerder] in samenspraak met [klager] (afkortingen-raad/hof) plaats zal vinden.”
3.3 Ter zitting van de raad van 11 april 2014 heeft verweerder verklaard dat hij het oorspronkelijke document niet kende. Ook betwistte hij de inhoud. De raad heeft op basis van de verklaring van verweerder in rechtsoverweging 5.3 van de daaropvolgende beslissing geoordeeld dat het verweerder niet vrijstond om klager informatie te verstrekken over betalingen vanaf de derdengeldenrekening van zijn kantoor aan de zogenaamde 7 individuele cliënten van verweerder.
4 FEITEN
In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2016, gewezen onder nummer 27/15.
Aldus gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. L. Ritzema, T.E. van der Spoel, T.H. Tanja-van den Broek en D.J.B. de Wolff, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2016.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 11 juli 2016.