ECLI:NL:TADRSHE:2016:198 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-653/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:198
Datum uitspraak: 12-12-2016
Datum publicatie: 14-12-2016
Zaaknummer(s): 16-653/DB/LI
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Confraternele correspondentie/schikkingsonderhandelingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Foto’s van een aantal tassen, enkel om de reden dat zij als bijlage bij een confraternele brief waren gevoegd, niet confraterneel. De foto’s hebben geen vertrouwelijk karakter en zeggen niets over de inhoud van onderhandelingen die mogelijk tussen partijen hebben plaatsgevonden. Klacht ongegrond.  

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 12 december 2016

in de zaak 16-653/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief van 7 januari 2016 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg een klacht ingediend over verweerder.

1.2      Bij brief aan de raad van 13 juli 2016 met kenmerk K16-018 , door de raad ontvangen op 14 juli 2016, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 31 oktober 2016 in aanwezigheid van de gemachtigde van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4      De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 13 juli 2016, met bijlagen

-       de brief van verweerder van 6 september 2016

-       de brief van de gemachtigde van klager van 19 september 2016

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1     Klager was verwikkeld in een geschil met de cliënten van verweerder. De gemachtigde van klager heeft namens klager een kort gedingprocedure tegen de cliënten van verweerder aanhangig gemaakt. Verweerder heeft in de kort gedingprocedures 26 producties in het geding gebracht. Verweerder heeft een bijlage bij de brief van 21 augustus 2015 van verweerder aan de gemachtigde van klager, bestaande uit twee foto’s, als bijlage bij productie 14 in de kortgedingprocedure  ingebracht.

2.2     Verweerder heeft tijdens de behandeling van het kort geding op 18 november 2016 onder meer het volgende naar voren gebracht:

                 “De vijftal tassen met papieren en diverse losse ordners, waarin onder andere de administratie van (…..) BV is opgenomen, staan op het kantoor van (…..) in Dordrecht, zijn aan eisers aangeboden doch tot op de dag van vandaag door eisers niet afgehaald (Productie 13 en 14 bij antwoord).”

3          KLACHT

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder zich in rechte heeft beroepen op een bijlage (bestaande uit 2 foto’s) bij confraternele correspondentie.

4          VERWEER

4.1      Verweerder heeft enkel de bijlage (twee foto’s) bij zijn brief van 21 augustus 2015 in het geding gebracht. De brief zelf is bewust niet in het geding gebracht. De brief van 21 augustus 2015 betrof het ophalen van goederen.

4.2      Verweerder heeft tijdens het kort geding slechts een weergave van de feiten gegeven. Hij heeft geen enkel woord geciteerd uit zijn brief aan de gemachtigde van klager van 21 augustus 2015.

4.3      Verweerder heeft niet in strijd met gedragsregel 12 gehandeld. Verweerder heeft in rechte geen beroep gedaan op brieven en andere mededelingen van de ene advocaat aan de andere. De bijlage bij de brief van 21 augustus 2015 is niet gelijk te stellen met een brief, noch met een andere mededeling. De foto’s zijn door de cliënten van verweerder gemaakt en hem ter hand gesteld. De foto’s vormen slechts bewijs van de stelling van de cliënten van verweerders dat de geringe hoeveelheid aan opgeslagen privé spullen er niet aan de weg stond dat deze zouden worden opgehaald. Van het overleggen van en een beroep doen op confraternele correspondentie was geen sprake.

5          BEOORDELING

5.1      Conform het bepaalde in gedragsregel 12 is het een advocaat niet toegestaan om op brieven en andere mededelingen van de ene advocaat aan de andere in rechte een beroep te doen. Een bijlage bij een confraternele brief is niet per definitie confraterneel. De ratio van voormelde gedragsregel is dat advocaten in onderling overleg vrijelijk moeten kunnen onderhandelen, zonder in rechte over de inhoud van die onderhandelingen te kunnen worden geconfronteerd.

5.2      De raad ziet niet in dat de foto’s van een aantal tassen, enkel om de reden dat zij als bijlage bij een confraternele brief zijn gevoegd, confraterneel zijn. De foto’s hebben geen vertrouwelijk karakter en zeggen niets over de inhoud van onderhandelingen die mogelijk tussen partijen hebben plaatsgevonden. De raad zal de klacht daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond;

Aldus beslist door mr. M.E. Bartels , voorzitter, mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens en J.F.E. Kikken , leden, bijgestaan door mr.  I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 december 2016.

Griffier                                                            Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 12 december 2016

verzonden aan:

-            De gemachtigde van klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg     

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-            klager

-            verweerder

        de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg

        de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl