ECLI:NL:TADRSHE:2016:121 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-652/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:121
Datum uitspraak: 01-08-2016
Datum publicatie: 11-08-2016
Zaaknummer(s): 16-652/DB/LI
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  Binnen redelijke termijn gereageerd op verzoek om informatie. Kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 1 augustus 2016

in de zaak 16-652/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 13 juli 2016 met kenmerk K16-032, door de raad ontvangen op 14 juli 2016, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1      Verweerder heeft klager bijgestaan in de periode van december 2011-januari 2014 in een civiele procedure. Verweerder heeft voor zijn werkzaamheden op 18 februari 2014 een bedrag ad € 1.557,87 en op 30 mei 2013 een bedrag ad € 338,24 in rekening gebracht.

1.2      Klager heeft in 2014 een klacht bij de deken ingediend waarin hij verweerder onder meer verweet excessief te hebben gedeclareerd. De voorzitter heeft de klacht van klager (bij de raad bekend onder nummer L318-2014) kennelijk ongegrond verklaard. Het door klager tegen de beslissing van de voorzitter ingestelde verzet is door de raad bij beslissing van 9 november 2015 ongegrond verklaard. Het door klager daartegen ingestelde hoger beroep is door de voorzitter van het Hof van Discipline bij beslissing van 17 december 2015 als niet-ontvankelijk afgewezen.  Klager is tegen deze beslissing in verzet gekomen.

1.3      Verweerder heeft klager bij brief van 17 december 2015 gesommeerd over te gaan tot betaling van de declaraties van 18 februari 2014 en 30 mei 2014. Klager heeft verweerder bij brief van 26 december 2014 verzocht om hem een overzicht te verstrekken van de door Verweerder vermeende kosten en van de door het kantoor van verweerder ontvangen derdengelden.

1.4      Klager heeft op 28 december 2015 een klacht ingediend bij de deken over verweerder.

1.5      Verweerder heeft bij brief van 29 december 2015 aan klager geschreven, ondanks de eerdere door hem meermaals gegeven uitleg, een en ander nog eenmaal uiteen te zetten. Verweerder heeft bij voormelde brief zijn urenspecificaties aan klager toegezonden en een overzicht van de op de derdengeldenrekening van zijn kantoor van de wederpartij van klager ontvangen en aan klager doorbetaalde bedragen  gegeven.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder ondanks een verzoek van klager geen informatie heeft verstrekt over de vordering die hij op klager meent te hebben, noch over de in de zaak van klager door verweerder ontvangen derdengelden. Verweerder heeft niets van klager te vorderen. Klager heeft juist een vordering op verweerder.

3             VERWEER

3.1      Klager heeft eerder betreffende hetzelfde feitencomplex een klacht over verweerder ingediend (klachtzaak DOK 14-144/ L 318-2014/150147), op welke klacht onherroepelijk is beslist, zodat klager zich niet opnieuw hierover kan beklagen.

3.2      Verweerder heeft klager gedurende de procedure in voormelde klachtzaak telkens opnieuw geïnformeerd over de financiële afhandeling van zijn zaak. Klager kan of wil dat maar niet begrijpen. Hij heeft bij brief van 29 december 2015 nogmaals de financiële afhandeling uiteengezet.

4             BEOORDELING

4.1      Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de klacht overweegt de voorzitter dat de klacht weliswaar verband houdt met hetzelfde feitencomplex waarover klager in klachtzaak L318-2014 heeft geklaagd, maar dat klager zich thans niet beklaagt over de hoogte van de declaraties maar over het feit dat klager hem desgevraagd geen informatie over de financiële afwikkeling heeft verstrekt. Klager kan daarom in zijn klacht worden ontvangen.

4.2      Klager heeft op 26 december 2015 om informatie verzocht, welke door verweerder op 29 december 2015 aan klager is gegeven.  Hiermee heeft verweerder binnen een redelijke termijn aan het verzoek van klager voldaan. Klager heeft zich reeds op 28 december 2015 met een klacht over het uitblijven van een reactie tot de deken gewend. Klager heeft de klacht prematuur ingediend. Nu verweerder binnen een redelijke termijn heeft gereageerd op het verzoek van klager is de klacht feitelijk onjuist.

4.3      Op grond van het voorgaande zal de voorzitter met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet dan ook beslissen dat de klacht kennelijk ongegrond is.

BESLISSING

De voorzitter beslist :

met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, dat de klacht kennelijk ongegrond is.

Aldus beslist door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier op 1 augustus 2016.

Griffier                                                                        Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 2 augustus 2016

verzonden aan:

- klager

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager/klaagster, verweerder/verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl