ECLI:NL:TADRARL:2016:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-055

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2016:154
Datum uitspraak: 08-08-2016
Datum publicatie: 12-09-2016
Zaaknummer(s): 16-055
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet.

Beslissing van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden

van 8 augustus 2016

in de zaak 16-055

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 21 maart 2016 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1.    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Klaagster heeft zich begin 2015 bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 27 januari 2016 met kenmerk RvT 15-0068, door de raad ontvangen op 28 januari 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 21 maart 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 22 maart 2016 is verzonden aan klaagster.

1.4    Bij e-mailbericht van 31 maart 2016, door de raad ontvangen op diezelfde datum, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 6 juni 2016 in aanwezigheid van klaagster, bijgestaan door de heer [naam], en verweerder.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 31 maart 2016.

2.    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.

3.    VERZET

3.1    De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.

4.    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. De raad overweegt hierbij nog dat klaagster haar klachten jegens verweerder ook ter zitting van de raad niet concreet heeft gemaakt.

4.2    Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.R. Veerman, voorzitter, mrs. P.R.M. Noppen, C.W.J. Okkerse, L.A.M.J. Pütz en K.J. Verrips, leden, bijgestaan door mr.  S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 augustus 2016.

griffier    voorzitter