ECLI:NL:TADRAMS:2016:226 Raad van Discipline Amsterdam 16-663/A/A 16-665/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2016:226
Datum uitspraak: 07-11-2016
Datum publicatie: 22-11-2016
Zaaknummer(s):
  • 16-663/A/A
  • 16-665/A/A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Een ander advocaat persoonlijk attaqueren
Beslissingen: Kostenveroordeling
Inhoudsindicatie: Klacht in conventie tegen advocaat wederpartij niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Verweerder in reconventie heeft zich onnodig grievend over klager in reconventie uitgelaten door bij de deken en de rechtsbijstandverzekeraar onder meer te stellen dat klager in reconventie (opzettelijk) de rechtbank heeft misleid en valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Klacht in reconventie gegrond.  

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 7 november 2016

in de zaken 16-663/A/A en 16-665/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

gemachtigde, tevens verweerder in reconventie

tegen:

verweerder in conventie/klager in reconventie

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 8 januari 2016 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam een klacht ingediend over verweerder. Verweerder heeft op 2 februari 2016 een klacht ingediend tegen de gemachtigde van klaagster.

1.2 Bij brief aan de raad van 14 juli 2016 met kenmerk 4016-0017, door de raad ontvangen op 15 juli 2016, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 26 september 2016 in aanwezigheid van klaagster, haar gemachtigde/verweerder in reconventie en verweerder in conventie met zijn gemachtigde. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennis genomen van de onder 1.2 genoemde brief van de deken met bijlagen 1 tot en met 14.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1 In oktober 2010 heeft verweerder namens zijn cliënt B. een vordering tegen klaagster ingesteld omdat klaagster, de ex-vriendin van B., gelden zou hebben onttrokken uit het bedrijf van B. Dit zou blijken uit kwitanties en facturen die B. hem had verstrekt. Deze stukken zijn door verweerder in het geding zijn gebracht.

2.2 Ter meerdere zekerheid van de vordering van B. heeft verweerder in september 2010 conservatoir derdenbeslag doen leggen op de bankrekening van klaagster. Nadat de vordering van B. was toegewezen is het beslag is executoriaal uitgewonnen in oktober 2012.

2.3 Verweerder heeft B. in hoger beroep niet bijgestaan. Bij arrest van 9 december 2014 is het vonnis vernietigd. Uit politieonderzoek is gebleken dat de in eerste aanleg overgelegde kwitanties en facturen niet in de originele administratie van het bedrijf van B. voorkwamen.

2.4 In deze klachtprocedure en in een brief aan de beroepsaansprakelijkheids-verzekeraar van verweerder heeft de gemachtigde van klaagster gesteld dat klager (opzettelijk) de rechtbank heeft misleid, valsheid in geschrifte heeft gepleegd en daarin heeft volhard en zich bovendien leugenachtig heeft opgesteld en daarin heeft volhard.

3 KLACHT

3.1 De klacht in conventie houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij willens en wetens feitelijke gegevens en/of informatie, waarvan hij wist althans behoorde te weten dat die gegevens en/of informatie onjuist wa(s)ren, en zonder deze aan een nader onderzoek te onderwerpen, in rechte heeft overgelegd.

3.2 De klacht in reconventie houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder in reconventie tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat de toon en bewoordingen waarvan hij zich in zijn brieven heeft bediend dermate beledigend en grievend zijn dat hij daarmee de hem toekomende vrijheid om de belangen van zijn cliënte te behartigen, heeft overschreden.

4 BEOORDELING

Klacht in conventie

4.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 46g lid 1 sub a van de Advocatenwet wordt een klacht door de raad niet-ontvankelijk verklaard indien het klaagschrift wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop klaagster kennis heeft genomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft.

4.2 Op 19 maart 2011 heeft verweerder de vals gebleken stukken in het geding gebracht. Uit het dossier en hetgeen ter zitting is verklaard blijkt dat klaagster direct op dat moment wist dat de desbetreffende informatie vals was. De driejaarstermijn is derhalve op die datum gaan lopen. Het standpunt van klaagster dat zij pas sinds 19 september 2013 door de uitkomst van het politieonderzoek de valsheid kan bewijzen, maakt dit niet anders. Dit betekent dat de klachttermijn in maart 2014 is verstreken.

4.3 Vaststaat dat klaagster op 8 januari 2016 voor het eerst over het handelen van verweerder klaagt. Aangezien het klaagschrift is ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop klaagster kennis heeft genomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het nalaten van verweerder waarop de klacht betrekking heeft, dan wel na verloop van een jaar nadat de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs bekend zijn geworden, zal de raad de klacht in conventie, met toepassing van artikel 46g lid 1 sub a niet-ontvankelijk verklaren.

4.4 Ten overvloede overweegt de raad dat indien eerst op 19 september 2013 met zekerheid gesteld kon worden dat de door verweerder in de procedure overgelegde kwitanties en facturen vervalst waren de raad van oordeel is, de raad van oordeel is dat niet gerechtvaardigd kan worden geklaagd dat verweerder dit reeds in maart 2011 had moeten weten. Ook overigens is uit het dossier op geen enkele manier gebleken dat verweerder wist of behoorde te weten dat de stukken vals waren toen hij ze in het geding bracht dan wel dat hij onderzoek had moeten doen naar de echtheid van de stukken die hij van zijn cliënt had ontvangen.

Klacht in reconventie

4.5 Verweerder in reconventie heeft hoogst ernstige beschuldigingen geuit jegens klager in reconventie door aan diens beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar schriftelijk mede te delen en in deze klachtprocedure te stellen dat klager in reconventie:

- (opzettelijk) de rechtbank heeft misleid;

- valsheid in geschrifte heeft gepleegd en daarin heeft volhard;

- zich leugenachtig heeft opgesteld en daarin heeft volhard.

4.6 In het algemeen geldt dat een advocaat zich van ernstige ongefundeerde beschuldigingen dient te onthouden. Hij dient zich terughoudend uit te laten en gebruik te maken van minder incriminerende woorden. Voor wat betreft de uitlatingen die zijn gedaan in het kader van de tuchtprocedure, stelt de raad bij de beoordeling van de vraag of die uitlatingen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen opleveren voorop dat partijen in een klachtprocedure een zekere vrijheid hebben om hun standpunt toe lichten. Dit geldt ook voor advocaten die partij zijn in een klachtprocedure. Die vrijheid is echter niet onbegrensd. Een advocaat zal zich onder meer niet onnodig grievend over de wederpartij mogen uitlaten.

4.7 Zoals hiervoor in conventie al is overwogen, betekent het enkele feit dat de ingebrachte stukken achteraf vals blijken te zijn, nog niet dat klager in reconventie ten tijde van het overleggen van de stukken wist of zich bewust had moeten zijn van de valsheid in geschrifte. Dat het verweerder in reconventie (of diens patroon) civielrechtelijk moeite heeft gekost de valsheid in geschrifte door B. aan te tonen, maakt dat niet anders, en kan klager in reconventie niet worden verweten. In dit licht komt de raad tot de conclusie dat verweerder in reconventie met de hiervoor beschreven uitingen zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager bij de deken en bij de verzekeraar.

4.8 Op grond van het voorgaande wordt de klacht in reconventie gegrond verklaard.

5 MAATREGEL IN RECONVENTIE

5.1 Ter zitting is gebleken dat verweerder in reconventie een advocaat-stagiair is. De op de zitting aanwezige patroon heeft verklaard dat hij achter het klaagschrift van zijn advocaat-stagiair stond en staat, inclusief de gewraakte beschuldigingen. De raad overweegt dat het op de weg van de patroon had gelegen de toon van zijn stagiair te matigen en hem mee te geven dat het uiten van zware aantijgingen onder verwijzing naar het Wetboek van strafrecht onnodig grievend is en dat het een advocaat niet past deze lichtzinnig te uiten. Dit gebrek aan inzicht wordt de patroon aangerekend maar kan - nu tegen hem geen klacht is ingediend - niet leiden tot tuchtrechtelijke consequenties. Aan verweerder zal onder die omstandigheden geen maatregel worden opgelegd.

6 GRIFFIERECHT

6.1 Aangezien de klacht gegrond is verklaard, moet verweerder in reconventie het door klager in reconventie betaalde griffierecht aan hem vergoeden.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in conventie niet-ontvankelijk;

- verklaart de klacht in reconventie gegrond;

- bepaalt dat verweerder in reconventie geen maatregel wordt opgelegd;

- veroordeelt verweerder in reconventie tot betaling van het griffierecht van EUR 50 aan klager in reconventie.

Aldus beslist door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. E.M.J. van Nieuwenhuizen, C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 november 2016.

Griffier Voorzitter

UITGEGEVEN VOOR GROSSE

De griffier van de

Raad van Discipline Amsterdam

mededelingen van de griffier ter informatie:

verzending

Deze beslissing is in afschrift op 7 november 2016

verzonden aan:

- klaagster

- verweerder in conventie/klager in reconventie

- verweerder in reconventie

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

- het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

rechtsmiddel

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

- verweerder in reconventie

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof via telefoonnummer 088-2053777.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d. Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl.

Tegelijkertijd met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl