ECLI:NL:TADRAMS:2016:205 Raad van Discipline Amsterdam 16-572/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2016:205
Datum uitspraak: 17-11-2016
Datum publicatie: 08-11-2016
Zaaknummer(s): 16-572/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Herziening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk. Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

     van 17 oktober 2016

in de zaak 16-572/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 23 juni 2016 naar aanleiding van het verzoek tot herziening van:

verzoeker

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 13 juni 2016 met kenmerk WFR-sv, door de raad ontvangen op 14 juni 2016, heeft verzoeker een (tweede) verzoek tot herziening van de beslissing van de raad van 20 maart 2013, met nummer

12-293H, ter kennis van de raad gebracht.  Een eerder herzieningsverzoek gedateerd 27 augustus 2014 is bij beslissing van 13 april 2015 door de raad niet-ontvankelijk verklaard.

1.2 Bij beslissing van 23 juni 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat dit tweede herzieningsverzoek is gebaseerd op dezelfde grondslagen als het op 27 augustus 2014 ingediende verzoek.

1.3 Hoewel blijkens het slot van de beslissing van 23 juni 2016 daartegen geen rechtsmiddel open staat, heeft verzoeker bij brief van 29 juni 2016, door de raad ontvangen op 30 juni 2016, verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 5 september 2016 in aanwezigheid van verzoeker. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van verzoeker van 29 juni 2016 en van diens brief aan de raad van 1 augustus 2016.

2 FEITEN EN HET VERZOEK

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van het verzoek verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.  

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 Anders dan de voorzitter heeft overwogen, heeft de raad ter gelegenheid van de behandeling van het eerste herzieningsverzoek niet alle relevante feiten beoordeeld.

3.2 De raad heeft bij weging van de feiten die hebben geleid tot de beslissing van 20 maart 2013, waarbij aan verzoeker de maatregel van berisping is opgelegd, een beoordelingsfout gemaakt.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat het verzet niet-ontvankelijk is, nu tegen de beslissing van 23 juni 2016 geen rechtsmiddel openstaat. Dit is verzoeker ook kenbaar gemaakt aan het slot van de beslissing van 23 juni 2016 (zie hiervoor 1.3).

4.2 De raad is overigens van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van het (tweede) herzieningsverzoek terecht heeft geoordeeld dat dit verzoek is gebaseerd op dezelfde gronden waarop het eerste herzieningsverzoek was gebaseerd.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. A. de Groot, B. Roodveldt, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 oktober 2016.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 17 oktober 2016

verzonden aan:

- verzoeker

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.