ECLI:NL:TGDKG:2015:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet279.2015
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:99 |
---|---|
Datum uitspraak: | 26-05-2015 |
Datum publicatie: | 10-07-2015 |
Zaaknummer(s): | GDWverzet279.2015 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. Verzet niet tijdig gedaan. Niet-ontvankelijk. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beschikking van 26 mei 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 18 december 2014 met nummer 366.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 279.2015 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klaagster,
tegen:
[ ],
toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Verloop van de procedure
Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 31 december 2014 aan klaagster toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 25 februari 2015, heeft klaagster tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 april 2015. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Klaagster heeft laten weten dat zij niet zou verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 26 mei 2015.
2. De ontvankelijkheid van het verzet
Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beschikking van de voorzitter. Niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar doen zijn, zodat klaagster in haar verzet niet kan worden ontvangen.
Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESCHIKKING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet.
Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. C.W. Inden en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 mei 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.