ECLI:NL:TGDKG:2015:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet115.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:96
Datum uitspraak: 26-05-2015
Datum publicatie: 10-07-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet115.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 26 mei 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 27 januari 2015 met nummer 498.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 115.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 2 februari 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 10 februari 2015, heeft klager tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 april 2015. De behandeling ter zitting is gedaan door mr. C.W. Inden. Klager en de gerechtsdeurwaarder hebben laten weten niet ter zitting te verschijnen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 30 maart 2015 op het verzetschrift gereageerd. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 26 mei 2015.

2. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft in opdracht en voor rekening van klager werkzaamheden verricht. Omdat klager de factuur niet had betaald, heeft de gerechtsdeurwaarder klager gedagvaard en vonnis verkregen.

3. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze zijn vordering niet in behandeling had mogen nemen, omdat hij als gerechtsdeurwaarder had kunnen weten dat de incasso van de vordering waarvoor klager hem had benaderd, oninbaar was. De gerechtsdeurwaarder heeft hem zodoende nodeloos op kosten gejaagd. Klager verwijt het de gerechtsdeurwaarder ook, dat nadat hij door hem was gedagvaard, niet bereid was om een betalingsregeling te accepteren. Volgens klager spelen de gerechtsdeurwaarder en de kantonrechter te Roermond onder één hoedje.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.  

5. De beschikking van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is.  De gerechtsdeurwaarder heeft in opdracht van klager een sommatie exploot uitgebracht en daarvoor op 14 augustus 2013 een nota gestuurd voor een bedrag van € 123,88. Aangezien die niet werd betaald, is klager gedagvaard. De vordering is door de kantonrechter toegewezen. Daarna heeft de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven tot executie van het vonnis aan een collega deurwaarder. Dat de kosten inmiddels zijn opgelopen, is niet klachtwaardig. De gerechtsdeurwaarder hoeft in beginsel geen genoegen te nemen met betaling in termijnen. De gerechtsdeurwaarder heeft klager om een voorschot gevraagd voor de kosten van zijn werkzaamheden. Het stond de gerechtsdeurwaarder vrij om af te zien van verdere werkzaamheden in opdracht van klager toen dit voorschot door hem niet werd voldaan. De haalbaarheid van de door klager gepretendeerde vordering kan de tuchtrechter niet beoordelen.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter tijdig ingesteld, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet                                                                                        

Klager is het niet eens met de beschikking van de voorzitter, kort gezegd omdat in die beslissing ten onrechte wordt uitgegaan van de juistheid van de gang van zaken zoals die door de gerechtsdeurwaarder is geschetst. Op basis van de werkelijke gang van zaken is wel degelijk sprake van klachtwaardig handelen, aldus klager.         

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verweer gevoerd.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beschikking van de voorzitter, met welke beschikking de Kamer zich verenigt.

9.2 De Kamer kan niet vaststellen wie het gelijk aan zijn zijde heeft over wat er precies tussen partijen is afgesproken. In ieder geval is niet gebleken dat de visie van klager, op de al dan niet gemaakte afspraken, de juiste is.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. C.W. Inden en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 mei 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.