ECLI:NL:TGDKG:2015:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet121.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:85
Datum uitspraak: 21-04-2015
Datum publicatie: 10-07-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet121.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Verzet niet tijdig gedaan. Niet-ontvankelijk.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 21 april 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 30 december 2014 met nummer 335.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 121.2015 ingesteld door:

[    ],

w onende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 19 januari 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 3 februari 2015, heeft klager tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 maart 2014. Partijen zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 21 april 2015.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beschikking van de voorzitter. Niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar doen zijn, zodat klager in zijn verzet niet kan worden ontvangen.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. J.H.C. Schouten en mr. J.J.L Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.