ECLI:NL:TGDKG:2015:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet114.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:84
Datum uitspraak: 21-04-2015
Datum publicatie: 10-07-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet114.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 21 april 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 3 februari 2015 met nummer 393.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 114.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

waarnemend gerechtsdeurwaarder van voormalig gerechtsdeurwaarder [     ] te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 6 februari 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 10 februari 2015, heeft klager tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Bij brief van 25 februari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder nader gereageerd. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 maart 2015. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft laten weten niet ter zitting te verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 21 april 2015.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klager gewezen vonnis. De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klager beslag gelegd.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze niet bereid is om hem de stukken van het dossier toe toezenden, zodat hij kan nagaan of alles correct is. Klager heeft namelijk het sterke vermoeden dat dit niet het geval is. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder voorts dat hij onheus is bejegend.  

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het is niet juist dat klager nimmer stukken heeft ontvangen. Het vonnis is indertijd aan hem in persoon betekend door de voormalige gerechtsdeurwaarder en klager is door de gerechtsdeurwaarder zelf van stukken en een toelichting voorzien. Klager is dus wel geïnformeerd en is niet onheus bejegend.    

5. De beschikking van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter tijdig ingesteld, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet                                                                                        

Klager is het niet eens met de beschikking van de voorzitter.               

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweer tegen de klacht en heeft het verzet bestreden.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beschikking van de voorzitter. Met welke beschikking de Kamer zich verenigt.

Ook in verzet is niet gebleken dat klager door de gerechtsdeurwaarder stukken zijn onthouden en evenmin dat klager door de gerechtsdeurwaarder onheus is bejegend.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. J.H.C. Schouten en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.