ECLI:NL:TGDKG:2015:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet145.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:81
Datum uitspraak: 10-03-2015
Datum publicatie: 10-07-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet145.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 maart 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 21 januari 2014 met zaaknummer 227.2013 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 145.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Het verdere verloop van de procedure

-           Op 22 juli 2014 heeft de Kamer een (tussen)beslissing op verzet (hierna de tussenbeslissing) gegeven. In deze (tussen)beslissing is bepaald dat gerechtsdeurwaarder [     ] als beklaagde moet worden aangemerkt.

-           Bij brief van 30 oktober 2014 heeft de Kamer de tussenbeslissing aan gerechtsdeurwaarder [     ] doen toekomen alsmede de klacht en de relevante bescheiden.

-           Bij brief van 23 februari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder namens gerechtsdeurwaarder [     ] op de oproep voor de zitting gereageerd en medegedeeld niet te zullen verschijnen.

-           Ter openbare terechtzitting van 3 maart 2015 heeft de voortzetting van de mondelinge behandeling plaatsgevonden in aanwezigheid van klaagster. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bij vervroeging bepaald op 10 maart 2015.

2. De reactie van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder stelt zich op het standpunt dat klaagster bij brief van 15 maart 2013 expliciet een klacht tegen hem heeft ingediend. De Kamer overschrijdt dan ook haar onderzoeksbevoegdheid als zij de onderhavige klacht aanpast als zijnde ingediend tegen gerechtsdeurwaarder [     ].

3. De nadere beoordeling van de gronden van het verzet

3.1 Gelet op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam is het de Kamer niet toegestaan om een andere gerechtsdeurwaarder als beklaagde aan te merken als een klager een klacht tegen een met naam genoemde gerechtsdeurwaarder heeft ingediend ( ECLI:NL:GHAMS:2014:3696). Klaagster heeft, zoals de gerechtsdeur-waarder terecht stelt, haar klacht bij brief van 15 maart 2013 expliciet tegen hem ingediend en het was de Kamer dan ook niet toegestaan om hier bij tussenbeslissing vanaf te wijken.

3.2 Uit de overgelegde producties kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder de beklaagde handeling niet heeft verricht en dat de beklaagde handeling niet is verricht door iemand waarvoor hij verantwoordelijkheid draagt. Nu de gerechtsdeurwaarder slechts met klaagster heeft gediscussieerd over de vraag of zijn kantoor aansprakelijk is ten gevolge van de termijnoverschrijding bij de betekening van een Franse dagvaarding dient klaagster niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht gericht tegen de gerechtsdeurwaarder;

-        bepaalt dat de ter zitting ingediende klacht tegen gerechtsdeurwaarder [     ] door de Kamer in behandeling zal worden genomen en dat deze voor een reactie zal worden doorgestuurd.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 maart 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.