ECLI:NL:TGDKG:2015:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet112.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:58
Datum uitspraak: 19-05-2015
Datum publicatie: 26-06-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet112.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet niet tijdig gedaan. Niet-ontvankelijk.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 april 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 23 januari 2015 met zaaknummer 388.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 112.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 24 mei 2014 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 2 juli 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 23 januari 2015 heeft de voorzitter klaagster de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 28 januari 2015. Bij brief gedateerd 10 januari (lees: 10 februari) 2015, blijkens de datumstempel ingekomen op 13 februari 2015, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is geappointeerd voor de openbare terechtzitting van 7 april 2015, alwaar klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

Ter zitting is mondeling uitspraak gedaan. Deze beslissing vormt de schriftelijke uitwerking daarvan.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. Die beslissing is verzonden bij brief van    28 januari 2015. De termijn begon daarmee te lopen op 29 januari 2015 en eindigde op 11 februari 2015. Het verzet is ingekomen op 13 februari 2015. Dat is buiten de termijn van veertien dagen zodat klaagster in het verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar doen zijn, zijn gesteld noch gebleken.

2.2 Ten overvloede wordt overwogen dat zelfs als het verzet tijdig zou zijn gedaan dit niet tot vernietiging van de beslissing van de voorzitter had kunnen leiden. De voorzitter heeft  terecht overwogen dat wat door DUO al dan niet is nagelaten niet aan de gerechtsdeurwaarder kan worden verweten. Wat vooraf is gegaan aan het dwangbevel valt buiten het zicht van de gerechtsdeurwaarder. Hem is een dwangbevel ter hand gesteld met de opdracht dit dwangbevel te betekenen en verder  ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder dient, behoudens zeer bijzondere omstandigheden die hier zijn gesteld noch gebleken, op grond van zijn ministerieplicht aan die opdracht te voldoen. Enig tuchtrechtelijk verwijt kan de gerechtsdeurwaarder dan ook niet worden gemaakt.

2.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. Th. C.M. Hendriks - Jansen, voorzitter, en mr. C.W. Inden en M.W. de Ruijter , leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 april 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.