ECLI:NL:TGDKG:2015:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet16.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:51
Datum uitspraak: 03-03-2015
Datum publicatie: 26-06-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet16.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.    

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 3 maart 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 9 december 2014 met nummer 665.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 16.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 24 december 2014 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 5 januari 2015, heeft klager tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 23 januari 2015, op welke zitting klager vergezeld door zijn adviseur, [     ] en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 3 maart 2015.

2. De feiten

a)      Klager is bij vonnis van 22 december 2010 door de voorzieningenrechter te Middelburg op verbeurte van een dwangsom veroordeeld tot - samengevat -afgifte van sleutels en straatverboden op verbeurte van dwangsommen.

b)      Bij exploot van 23 december 2010 heeft de gerechtsdeurwaarder voormeld vonnis aan klager in persoon betekend.

c)      Bij brief van 30 december 2010 heeft de advocaat van de wederpartij van klager de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven een dwangsom van € 2500,00 op klager te innen wegens overtreding van het verbod.

d)     Bij exploot van 5 januari 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder klager bevel tot betaling gedaan van de verbeurde dwangsommen.

e)      Bij e-mails van 7 januari 2011 en 19 januari 2011 heeft de advocaat van de wederpartij van klager de gerechtsdeurwaarder verzocht tot executie over te gaan.

f)       Bij exploot van 24 januari 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag gelegd onder de ING bank op de rekening van klager. Het van het beslag opgemaakte proces-verbaal is op 31 januari 2011 aan klager betekend.

g)      Op17 juni 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder nogmaals beslag gelegd ten laste van klager onder de ING bank.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - samengevat - dat hij tot executie van het vonnis is overgegaan terwijl klager de overtreding van het verbod ontkent.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beschikking van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is. Klager is van mening dat hem ten onrechte een verbod is opgelegd en hij het verbod niet heeft overtreden. Het tuchtrecht is bedoeld het handelen van de gerechtsdeurwaarder te beoordelen. Niet om te beoordelen of klager al dan niet terecht een straatverbod is opgelegd en evenmin om te beoordelen of er al dan geen dwangsom is verbeurd. Dergelijke geschillen dienen op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te worden voorgelegd aan de (executie-)rechter. Het tuchtrecht is niet de geëigende weg dit te beoordelen. Tegenover het door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd en met stukken onderbouwd gevoerde verweer, heeft klager geen feiten gesteld of onderbouwd waaruit blijkt dat door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De klacht stuit hierop af, aldus de voorzitter in zijn beschikking.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter tijdig ingesteld, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beschikking van de voorzitter, kort gezegd omdat een beslissing genomen is terwijl de belangrijkste stukken waaruit blijkt dat het verbod niet is overtreden niet in het dossier zitten. Het vonnis van 22 december 2010 is onjuist. Er is sprake van een crimineel complot in Zeeland.    

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat klager in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

Naar het oordeel van de Kamer heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Hetgeen door klager in verzet is aangevoerd werpt naar het oordeel van de Kamer dan ook geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer zal het verzet ongegrond verklaren.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. A. Sissing en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 maart 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.