ECLI:NL:TGDKG:2015:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet884.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:49
Datum uitspraak: 17-02-2015
Datum publicatie: 26-06-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet884.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet niet tijdig gedaan. Niet-ontvankelijk.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 17 februari 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van  23 september 2014 met nummer 193.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 884.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te ,

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 17 oktober 2014 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 7 november 2014, heeft klager tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 6 januari 2015, alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 17 februari 2015.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen 14 dagen na de verzending van de brief van 17 oktober 2014. Klager heeft ter zitting toegegeven dat hij zich heeft verkeken op de termijn waarbinnen hij zijn verzet diende in te stellen. De beschikking van de voorzitter had hij immers al op 28 oktober 2014 ontvangen. Als gevolg hiervan doen zich geen omstandigheden voor op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 februari 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.