ECLI:NL:TGDKG:2015:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW446.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:40
Datum uitspraak: 07-04-2015
Datum publicatie: 26-06-2015
Zaaknummer(s): GDW446.2014
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht van opdrachtgever over de uitvoering van de opdracht. Geen tuchtrechtelijk laakbaar handelen vastgesteld. Klacht ongegrond verklaard

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 april 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 446.2014 ingesteld door:

[     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 19 juni 2014, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 10 september 2014, heeft de gerechtsdeur-waarder op de klacht gereageerd.

-           Klagers zijn zonder afbericht niet ter zitting verschenen

-           De klacht is behandeld ter openbare zitting van 24 februari 2015 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

-           Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 7 april 2015.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder heeft in opdracht van klagers een dagvaarding uitgebracht en bij het kantongerecht aangebracht inzake een vordering van klagers met betrekking tot de betaling van achterstallige huur op huurders en de door hen veroorzaakte overlast. De behandeling van de onderhavige zaak heeft onder meer vertraging opgelopen, omdat het kantongerecht waar de onderhavige zaak aanhangig was gemaakt werd opgeheven en de zaak voor behandeling moest worden over-geheveld naar een andere rechtbank.

2. De klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder dat door zijn toedoen de procesgang nodeloos vertraging heeft opgelopen. Hij heeft ook nagelaten om in de procedure bij de kantonrechter belangrijke stukken in het geding te brengen. Er is in de procedure bij de rechtbank driemaal uitstel verleend aan gedaagden, zonder toestemming van klagers en zonder dat zij daarvan op de hoogte waren gesteld door de gerechts-deurwaarder. De gerechtsdeurwaarder had de griffier er ook op moeten wijzen dat de verzoeken om uitstel niet aan de vereisten voldeden. Ook heeft hij klagers zeer gebrekkig geïnformeerd over de voortgang van de zaak. Toen klagers vervolgens op 12 mei 2014 daarover een klacht bij de gerechtsdeurwaarder indienden en de opdracht introkken omdat er geen vertrouwen meer was, heeft hij op geen enkele manier assistentie verleend om de lopende procedure over te dragen aan de nieuwe gemachtigde. Hij heeft zich direct teruggetrokken. De gerechtsdeurwaarder is niet bereid om vooruitbetaalde bedragen terug te betalen en hij heeft niet gewezen op de mogelijkheden voor het aanvragen van gesubsidieerde rechtsbijstand. Klagers stellen door toedoen van de gerechtsdeurwaarders schade te hebben geleden. Door het verleende uitstel zijn minimaal twee maanden huurinkomsten verbeurd. Doordat klagers de woning nog niet zelf konden bewonen hebben zij extra huisvestingskosten moeten maken.      

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht weersproken. Hij ziet geen aanleiding het betaalde voorschot terug te betalen.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tucht-rechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Daarvan is geen sprake. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting zijn verweer nader gemotiveerd. Tegenover dat nader onderbouwde verweer, waarbij de gerechtsdeurwaarder de gang van zaken en zijn handelwijze heeft toegelicht, zijn de enkele stellingen van klagers niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen. De gerechtsdeurwaarder heeft weliswaar erkend dat de onder-havige zaak vertraging heeft opgelopen, maar dit kan hem, gelet op de omstandig-heden, niet worden verweten. Daarnaast hadden klagers via dossier online steeds inzage in het onderhavige dossier zodat het de gerechtsdeurwaarder niet kan worden verweten dat hij klagers onvoldoende zou hebben geïnformeerd. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat hij namens klagers bezwaar heeft gemaakt tegen het aan de wederpartij verleende uitstel. De Kamer ziet geen aanleiding om dit standpunt in twijfel te trekken. Voor wat betreft de gefinancierde rechtsbijstand heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat hiervoor geen goede gronden aanwezig waren. Klagers bezitten namelijk onroerende goed en hebben een eigen bedrijf. Gelet op deze omstandigheid is het begrijpelijk dat de gerechtsdeurwaarder klagers niet op de gefinancierde rechtsbijstand heeft gewezen.

4.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. E.C. Smits en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 april 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.