ECLI:NL:TGDKG:2015:189 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet499.2015
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:189 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-10-2015 |
Datum publicatie: | 01-12-2015 |
Zaaknummer(s): | GDWverzet499.2015 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beschikking van 27 oktober 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 19 mei 2015 met zaaknummer 423.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 499.2015 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Verloop van de procedure
Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 27 mei 2015 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ingekomen 8 juni 2015, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 september 2015, alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 27 oktober 2015.
2. De feiten
De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klager en een mede-eigenaar van twee op een bedrijvenpark gelegen units gewezen vonnis. De toegewezen hoofdsom betreft achterstallige contributie aan de VVE. Klager en de medehuurder zijn hoofdelijk veroordeeld.
3. De oorspronkelijk klacht
Klager acht de veroordeling niet terecht, want hij acht zich slechts aansprakelijk voor zijn aandeel in de schuld, namelijk de helft. Volgens klager heeft hij met de gerechtsdeurwaarder de afspraak gemaakt dat hij dat deel in termijnen mocht aflossen. Hij verwijt de gerechtsdeurwaarder onzorgvuldig te hebben gehandeld. De brief waarmee de betalingsregeling, zoals die volgens de gerechtsdeurwaarder zou luiden, is bevestigd, is nooit ontvangen. De gerechtsdeurwaarder heeft zich dus ten onrechte op het standpunt gesteld dat klager de totale schuld in termijnen zou voldoen en niet de helft. De gerechtsdeurwaarder heeft klager in een kwaad daglicht gesteld door het bestuur van de VVE niet te melden welke betalingen klager had verricht. Volgens klager heeft hij te veel (kosten) betaald door toedoen van de gerechtsdeurwaarder en dient dat bedrag te worden terugbetaald.
4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de vordering gemotiveerd weersproken.
5. De beschikking van de voorzitter
De voorzitter heeft geconcludeerd dat de klacht ongegrond is. Hij heeft daartoe overwogen dat klager het niet eens is met de wijze waarop het vonnis wordt geëxecuteerd. Dat betreft een executiegeschil waarover de Kamer in beginsel niet heeft te oordelen. Klager kan dat aan de gewone rechter voorleggen. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld, omdat klager volgens het vonnis voor de gehele schuld aansprakelijk is en hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gerechtsdeurwaarder heeft ingestemd met een betalingsregeling die zou inhouden dat klager met betaling in termijnen van de helft van de schuld, voor betaling van het restant zou zijn gekweten. Voor zover klager uiteindelijk meer heeft betaald dan de helft van de schuld, kan hij dat deel op de medehuurder kan verhalen.
6. De ontvankelijkheid van het verzet .
Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.
7. De gronden van het verzet
Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Er is wel degelijk onzorgvuldig gehandeld door de gerechtsdeurwaarder.
8. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn eerdere verweer tegen de klacht.
9. De beoordeling van de gronden van het verzet
Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. Ook in verzet is niet gebleken dat klager via de gerechtsdeurwaarder een regeling heeft getroffen voor de betaling van de helft van de totale schuld. Wel zal, zo heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting verklaard, de ex-zakenpartner van klager de andere helft van de schuld naar verwachting voor zijn rekening nemen. Maar dit laatste heeft geen betrekking op het handelen van de gerechtsdeurwaarder.
10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M. Nijenhuis en mr. J.J.L. Boudewijn leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.