ECLI:NL:TGDKG:2015:177 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW355.2015
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:177 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-09-2015 |
Datum publicatie: | 27-10-2015 |
Zaaknummer(s): | GDW355.2015 |
Onderwerp: | Beroepsorganisatie |
Beslissingen: | Een berisping |
Inhoudsindicatie: | Onvoldoende studiepunten behaald. Klacht gegrond en een berisping opgelegd. Afwijking van de door het Hof vastgestelde norm bij het niet behalen van studiepunten. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 22 september 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 355.2015 ingesteld door:
Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders ,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
klaagster,
gemachtigde: W.W.M. van de Donk (voorzitter),
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
Ontstaan en verloop van de procedure
- Bij brief met bijlagen, ingekomen op 22 april 2015, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.
- Bij verweerschrift, ingekomen op 28 mei 2015, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
- De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.
- De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 augustus 2015 alwaar de gemachtigde van klaagster is verschenen.
- Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
- De uitspraak is bepaald op 22 september 2015.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
a) De Verordening bevordering vakbekwaamheid KBvG (hierna: de Verordening) verplicht ieder lid zich bij te scholen. Aan deze verplichting is voldaan als een lid binnen een aaneensluitende periode van twee kalenderjaren, in dit geval de periode 2013-2014, minimaal 30 opleidingspunten heeft behaald.
b) De gerechtsdeurwaarder heeft in deze periode 2 opleidingspunten behaald.
c) Conform artikel 2, vijfde lid van de Verordening en artikel 6, lid 6 van het Reglement bevordering vakbekwaamheid (2012) heeft het bestuur van klaagster de gerechtsdeurwaarder op de hoogte gesteld van het aantal door hem behaalde opleidingspunten.
d) Op 3 februari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verzoek tot ontheffing van het behalen van de resterende punten bij klaagster ingediend.
e) Bij besluit van 25 februari 2015 heeft klaagster dit verzoek afgewezen. Hiertegen heeft de gerechtsdeurwaarder geen bezwaar ingediend.
d) Per 14 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder zijn werkzaamheden beëindigd.
e) Aan hem is ingaande 31 januari 2015 eervol ontslag verleend door de Koning.
2. De klacht
Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze in strijd heeft gehandeld met de Verordening. Ook heeft hij zich ten opzichte van zijn vakgenoten onterecht bevoordeeld. Zijn collega’s hebben immers wel tijd en geld geïnvesteerd in door hen gevolgde cursussen. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening in gevaar gebracht.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Vanwege verschillende redenen heeft hij in 2013 het volgen van cursussen wat voor zich uitgeschoven. In 2014 dacht de gerechtsdeurwaarder in hoofdzaak aan de beëindiging van zijn loopbaan. Daarbij speelde een rol dat klaagster bij een collega die op het moment van zijn defungeren te weinig opleidingspunten had behaald, geen actie had ondernomen. Medio 2014 stond voor de gerechtsdeurwaarder vast dat hij per 1 januari 2015 met pensioen zou gaan. Volgens de gerechtsdeurwaarder mocht hij tot 14 november 2014 zonder bezwaar het tot dan toe behaalde van twee punten hebben en was daarna vanaf 14 november 2014 de noodzaak tot het behalen van 28 punten niet meer aanwezig, omdat hij wegens zijn defungeren de kwaliteit van de beroepsgroep niet meer behoefde te verzekeren. De gerechtsdeurwaarder vindt het onbehoorlijk dat hij alsnog met een klacht wordt geconfronteerd. Gedurende zijn lange loopbaan is nimmer een klacht tegen hem gegrond verklaard. Klaagster heeft nimmer aan hem meegedeeld dat in het jaar dat men uittreedt de naar rato te behalen opleidingspunten nog moeten worden behaald. Het systeem van het behalen van opleidingspunten staat toe het behalen van punten in de tijd te verspreiden. Tot en met 14 november 2014 heeft hij zich derhalve niet schuldig gemaakt aan laakbaar handelen. Daarnaast stelt de gerechtsdeurwaarder dat de Kamer niet bevoegd is om zich over de onderhavige klacht uit te laten, nu hij slechts aan tuchtrechtspraak is onderworpen voor wat betreft de periode tot aan zijn feitelijk defungeren op 14 november 2014.
4. Bevoegdheid Kamer
De onderhavige klacht ziet op de periode van twee kalenderjaren voorafgaand aan het eervol ontslag van de gerechtsdeurwaarder per 1 januari 2015. Zoals door klaagster terecht aangevoerd, was de gerechtsdeurwaarder tot aan het moment waarop hem ontslag is verleend volwaardig lid van klaagster en dientengevolge aan alle wet- en regelgeving onderworpen. Op grond daarvan acht de Kamer zich bevoegd om zich over de onderhavige klacht uit te laten.
5. De beoordeling van de klacht
5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
5.2 Niet weersproken is dat de gerechtsdeurwaarder over de periode 2013-2014 28 opleidingspunten te weinig heeft behaald. De Kamer acht de klacht daarom gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voldaan aan zijn wettelijke verplichting. De door de gerechtsdeurwaarder vermelde omstandigheden op grond waarvan niet tijdig aan de verplichting is voldaan, komen voor zijn risico en doen niet af aan de verplichting die de Verordening hem oplegt.
5.3 De Kamer ziet aanleiding tot het opleggen van na te noemen maatregel. Onweersproken is dat gerechtsdeurwaarder in de betreffende periode onvoldoende opleidingspunten heeft behaald. Gelet op de (door klaagster aangehaalde) uitspraak van het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS: 2008:BF2209) zou de Kamer tot het opleggen van een boete van € 200,00 per niet behaald opleidingspunt over kunnen gaan, maar de Kamer ziet aanleiding om daar niet toe over te gaan. Gelet op de omstandigheden van het geval, waaronder het inmiddels verleende ontslag, acht de Kamer het opleggen van een berisping meer passend.
5.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.
Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. Th.C.M. Hendriks-Jansen en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.