ECLI:NL:TGDKG:2015:149 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet262.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:149
Datum uitspraak: 11-08-2015
Datum publicatie: 21-09-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet262.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.      

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 11 augustus2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 10 februari 2015 met zaaknummer 398.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 262.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 3 maart 2015 aan klaagster toegezonden. Bij verzetschrift ingekomen op 15 maart 2015,  heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare zitting van 9 juni 2015, alwaar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 21 juli 2015.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van een afschrift van de tussen [     ] en [     ] (hierna de schuldenaar) opgemaakte notariële akte d.d. 10 oktober 2011, welke titel op 8 december 2011 is gewaarmerkt als Europese Executoriale titel .

-           Voormelde titel heeft de gerechtsdeurwaarder op 14 december 2011 aan de schuldenaar betekend met gelijktijdig bevel om binnen twee dagen nadien aan de inhoud daarvan te voldoen.

-           Klaagster is in haar hoedanigheid van zus van de schuldenaar betrokken geraakt in het executietraject dat zich uitsluitend richt tot de schuldenaar.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft bij exploot van 17 januari 2013 ten laste van de schuldenaar hernieuwd bevel gedaan. De openbare betekening van het hernieuwde bevel heeft plaatsgevonden in verband met het vertrek naar het buitenland van de schuldenaar.

-           Op 21 januari 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van de schuldenaar beslag gelegd op het onverdeelde aandeel in de onroerende zaak, welke onroerende zaak valt in de nalatenschap waarin de schuldenaar gerechtigd is.

-           Op 5 april 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van de schuldenaar beslag gelegd onder klaagster op alle voor beslag vatbare gelden, vorderingen en waardepapieren en/of roerende zaken die aan de schuldenaar zouden toekomen in verband met de afwikkeling van de nalatenschap.

3. De klacht

Klaagster beklaagt zich er over dat:

a: de gerechtsdeurwaarder niet voldaan heeft aan de eisen van een geldige betekening van het derdenbeslag. Dit vanwege het feit dat zij geregistreerd staat als zijnde woonachtig in [     ] en de gerechtsdeurwaarder het exploot in [     ] aan haar heeft betekend;

b: de gerechtsdeurwaarder artikel 4:185 BW en de ‘unverfroren’ veronderstelling dat degene die in de rechtsstrijd is betrokken op 7 januari 2014 erfgenaam is geworden, waardoor de deurwaarder derdenbeslag op de woning van de overledene zou kunnen leggen, heeft geschonden.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beschikking van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is. Hij heeft daartoe het volgende overwogen.

5.2 Met betrekking tot klachtonderdeel a overweegt de voorzitter dat de

gerechtsdeurwaarder zich op het standpunt stelt dat hij voorafgaand aan de betekening bekend was met het feit dat klaagster in [     ] geregistreerd stond als zijnde woonachtig doch dat zij (tijdelijk) in Nederland verbleef c.q. werkzaam was en dat hij om die reden ervoor heeft gekozen om het exploot in persoon aan haar te betekenen. Nu uit de overgelegde producties kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder het exploot in persoon aan klaagster heeft betekend heeft hij daarmee het exploot op rechtsgeldige wijze betekend. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is dan ook geen sprake.

5.3 Met betrekking tot klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat dit onderdeel van de klacht betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van een notariële akte, waarover deze Kamer niet kan oordelen. Executiegeschillen kunnen aan de

voorzieningenrechter in kort geding worden voorgelegd.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klaagster is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft wel degelijk laakbaar gehandeld op de gronden zoals in de klacht staan vermeld. Aan de door de Kamer gevolgde procedure ontbreekt het beginsel van hoor en wederhoor. De rechtbank [     ] heeft op 19 december 2014 in de zaak waarin de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder heeft verzocht om een vereffenaar te benoemen, bevestigd dat klaagster woonplaats heeft in [     ].                    

8. De nadere reactie van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweer tegen de klacht. Ook in verzet gaat de klacht weer over de executie, waarover niet de Kamer maar de gewone rechter heeft te oordelen. Het derdenbeslag is rechtsgeldig aan klaagster betekend op het moment dat zij in [     ] verbleef. De betekening was in persoon en dat is de ultieme wijze van betekening.    

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. Het doel van het betekenen van een stuk is om de grootste zekerheid te krijgen dat degene voor wie het stuk bestemd is, er ook kennis van kan nemen. Het exploot waar het in deze zaak om gaat is aan klaagster in persoon uitgereikt. Het beslag is dus rechtsgeldig betekend. Dat klaagster officieel niet woonachtig is op het adres waar de betekening heeft plaatsgevonden, doet daar vanzelfsprekend niet aan af. Voor het overige betreft ook hetgeen in verzet is aangevoerd een executiegeschil. Ook die conclusie van de voorzitter was juist.

9.2 Bij beslissing van 31 augustus 2010 heeft het Gerechtshof Amsterdam geoordeeld dat op grond van de parlementaire geschiedenis en de Gerechtsdeurwaarderswet de door de Kamer gevolgde procedure de toets der kritiek kan doorstaan. Dat een klager moet worden toegelaten om op de reactie van de gerechtsdeurwaarder te reageren, waarna - gelet op het recht van hoor en wederhoor - de gerechtsdeurwaarder weer op de reactie van klagers zou mogen reageren, volgt niet uit de wet, en is ook overigens geen regel van Nederlands recht, aldus het Gerechtshof (ECLI:NL:GHAMS:2010:BN9410). Deze grond van het verzet kan dus evenmin tot vernietiging van de beslissing van de voorzitter leiden.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. Th.C.M. Hendriks-Jansen, voorzitter, mr. E.C. Smits en

M. Colijn leden, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 augustus 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.

.