ECLI:NL:TGDKG:2015:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW26.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:146
Datum uitspraak: 11-08-2015
Datum publicatie: 21-09-2015
Zaaknummer(s): GDW26.2015
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De algemene gedragsnorm als vermeld in artikel 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders betreft ook gedragingen van de gerechtsdeurwaarder buiten zijn beroepsuitoefening. Is de tekst van een door de gerechtsdeurwaarder aan een notaris verzonden e-mail aanstootgevend en daarmee laakbaar? Weliswaar is het begrijpelijk dat de notaris aanstoot heeft genomen aan de tekst van de gewraakte e-mail, maar gelet op de ter zitting gegeven toelichting van de gerechtsdeurwaarder, is geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Klacht ongegrond.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 11 augustus 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 26.2015 van:

[     ],

in zijn hoedanigheid als notaris gevestigd te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij e-mailbericht van 12 januari 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 20 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.  De klacht is behandeld ter openbare zitting van 9 juni 2015 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 11 augustus 2015.

2. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft, in zijn hoedanigheid van directeur grootaandeelhouder van de besloten vennootschap [     ] BV., de notaris verzocht een grosse van een notariële akte af te geven.

b)      De grosse is door de notaris afgegeven op 8 januari 2015 en bij brief van 8 januari 2015 heeft de notaris de gerechtsdeurwaarder hiervoor een factuur verzonden ad € 181,50.

c)      Bij e-mail van 8 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder de notaris onder meer het volgende geschreven: ”Hevig geschrokken van opgemelde factuur. Ik vraag regelmatig grossen op bij notarissen en de factuur bedraagt tussen de € 0,00 en € 75,00, met een gemiddelde van € 65,00. Omdat ik niet anders dan bij u (of uw opvolger) een grosse kan verkrijgen is het ongehoord dat u voor de voor u verplichte ambtshandeling daarvoor een bedrag ad € 150,00 durft te vragen. Dit riekt naar knevelarij. Ik verzoek u de nota te herzien, bij gebreke ik mij vrij acht de helft betaalbaar te stellen en een vraag cq. klacht bij uw beroepsorganisatie neer te leggen(…..)”

d)     Bij brief van 20 januari 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een klacht tegen de notaris ingediend bij de Kamer voor het notariaat [     ].

3. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder te hebben gehandeld buiten de normen die aan een goed gerechtsdeurwaarder gesteld worden, door hem onder druk van het indienen van een formele klacht te verzoeken zijn nota aan te passen.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

4.1 De gerechtsdeurwaarder is primair van mening dat dat klager niet-ontvankelijk is in de klacht nu het een aangelegenheid betreft die geheel buiten de invloedsfeer ligt van zijn ambtelijk functioneren als gerechtsdeurwaarder. Voor zover daar wel enige relatie mee zou zijn, zou klager zich eerst via de gebruikelijke klachtenregeling tot zijn kantoor moeten wenden. Er is een geschil ontstaan over de hoogte van een declaratie van de notaris. Deze declaratie had betrekking op afgifte door de notaris van een grosse van een akte. In zijn hoedanigheid van directeur grootaandeelhouder van [     ] B.V. heeft hij deze akte gevraagd en deze zaak heeft geen enkele relatie met zijn ambt als openbaar ambtenaar .

4.2 Subsidiair is de gerechtsdeurwaarder van mening dat klager het tuchtrecht ernstig misbruikt nu zijn houding en opstelling jegens klager als notaris volledig valide is. De notaris weigert inzichtelijk te maken hoeveel tijd en kosten in redelijkheid  gemoeid zijn met een relatief eenvoudige ambtshandeling, voor welke ambtshandeling bovendien geen keuzevrijheid bestaat.

5.  De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Op grond van artikel 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders dient een gerechtsdeurwaarder zich te gedragen zoals een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. In de toelichting op dit artikel is door de staatssecretaris vermeld dat deze algemene gedragsnorm ook gedragingen van de gerechtsdeurwaarder betreft buiten zijn beroepsuitoefening. Daaruit volgt dat ook handelingen die de gerechtsdeurwaarder als privé persoon heeft verricht, tot tuchtrechtelijke aansprakelijkheid kunnen leiden. Ook volgens vaste rechtspraak van het Gerechtshof kunnen handelingen die de gerechtsdeurwaarder als privé persoon heeft verricht, onder omstandigheden tot tuchtrechtelijke aansprakelijkheid leiden. (ECLI:NL:GHAMS:2007:BA9178 en ECLI:NL:GHAMS:2012:BZ5441). Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder is dus niet juist. Klager is wel ontvankelijk in zijn klacht.

5.3 De gerechtsdeurwaarder heeft voorts ter zitting aangevoerd dat hij naar aanleiding van de factuur direct heeft gebeld met een medewerker van de notaris. Hij heeft gezegd dat hij graag teruggebeld wilde horen. Dat bleek niet mogelijk en als reactie heeft hij toen de e-mail verzonden. Deze toelichting is niet weersproken. Weliswaar is naar het oordeel van de Kamer begrijpelijk dat de notaris aanstoot heeft genomen aan de tekst van de gewraakte e-mail, maar de ter zitting gegeven toelichting van de gerechtsdeurwaarder in aanmerking genomen, is geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen.      

  6. Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. Th.C.M. Hendriks-Jansen, voorzitter, mr. E.C. Smits  en

M. Colijn (leden) en uitgesproken ter openbare zitting van 11 augustus 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof  Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.