ECLI:NL:TGDKG:2015:13 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet762.2014
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:13 |
---|---|
Datum uitspraak: | 10-02-2015 |
Datum publicatie: | 25-02-2015 |
Zaaknummer(s): | GDWverzet762.2014 |
Onderwerp: | Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 10 februari 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 7 oktober 2014 in de zaak met nummer 616.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 762.2014 ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde.
1. Ontstaan en verloop van de procedure
Bij brief van 18 augustus 2014 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.
Op 29 augustus 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
Bij beslissing van 7 oktober 2014 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 9 oktober 2014.
Bij brief van 20 oktober 2014 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij brief van 4 november 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 2 december 2014 alwaar klager is verschenen. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 10 februari 2015.
2. De ontvankelijkheid van het verzet
Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.
3. De feiten
In een procedure bij de rechtbank [ ] is klager als gemachtigde opgetreden voor de gedaagde in conventie en eiser in reconventie. De gerechtsdeurwaarder trad in diezelfde procedure op als gemachtigde voor eiseres in conventie en gedaagde in reconventie. In de aanhef van het vonnis van de kantonrechter van 12 augustus 2014 zijn de titel en naam van klager tussen haakjes geplaatst achter ‘in persoon verschenen’. In rechtsoverweging 4.7 zijn de titel en naam van klager tweemaal tussen aanhalingstekens geplaatst.
4. De oorspronkelijke klacht
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze zijn titel en naam in een vonnis tussen aanhalingstekens heeft gezet.
5. De beslissing van de voorzitter
De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor hetgeen door de rechter in het vonnis is opgenomen. Klager dient zich met een klacht tot de betreffende rechtbank te wenden.
6. De gronden van het verzet
In verzet heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder zich wel degelijk schuldig heeft gemaakt aan smaad. De omschrijving “alias [ ]” in het van de gerechtsdeurwaarder afkomstige Overzicht Aantekeningen kan moeilijk anders worden begrepen.
7. De beoordeling van de gronden van het verzet
Naar het oordeel van de Kamer heeft de voorzitter terecht geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Nog afgezien van het feit dat het woord “alias” meerdere betekenissen kent en voorts afgezien van de vraag of hetgeen in verzet wordt aangevoerd niet als nieuwe klacht moet worden beschouwd, kan de door klager aan zijn klacht gegeven onderbouwing niet leiden tot gegrondverklaring van het verzet.
8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de
Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.