ECLI:NL:TGDKG:2015:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet306.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:105
Datum uitspraak: 12-06-2015
Datum publicatie: 10-07-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet306.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 12 juni 2015 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 24 maart 2015 met nummer 744.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 306.2015 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 30 maart 2015 aan klaagster toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 2 april 2015, heeft klaagster tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 mei 2015. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De gerechtsdeurwaarder en zijn gemachtigde zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 12 juni 2015.

2. De feiten

a)      Bij exploot van 23 januari 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster gedagvaard te verschijnen voor de Rechtbank Den Haag. Omdat niemand werd aangetroffen heeft de gerechtsdeurwaarder op de bij de wet voorgeschreven wijze een afschrift van de dagvaarding in een gesloten envelop achtergelaten aan het adres van klaagster.

b)      Bij vonnis van 1 mei 2014 is klaagster door de rechtbank veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag.

c)      Op 10 juni 2014 is het vonnis aan klaagster betekend en op 25 juli 2014 is ten laste van klaagster beslag gelegd onder de belastingdienst Rijnmond.

d)     Op 20 augustus 2014 heeft klaagster een klacht ingediend bij de gerechtsdeurwaarder.

e)      Bij brief van 27 augustus 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder de klacht beantwoord.

3. De oorspronkelijke klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet aan haar te hebben betekend. Klaagster heeft daarover geklaagd bij de gerechtsdeurwaarder maar die draait de bewijslast om in die zin dat klaagster moet aantonen iets niet te hebben ontvangen. Omdat er niemand aan de deur is geweest, heeft de gerechtsdeurwaarder ook niet voldaan aan zijn wettelijke verplichting de dagvaarding toe te lichten.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden.

5. De beschikking van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is. Hij heeft daartoe het volgende overwogen. Een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot is een authentieke akte die op grond van artikel 157 lid 1 Rv tegen een ieder dwingend bewijs oplevert van hetgeen de gerechtsdeurwaarder daarin binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft verklaard, zulks behoudens (artikel 151 lid 2 Rv) tegenbewijs. De mededeling in het exploot, dat de gerechtsdeurwaarder op het in het exploot vermelde adres een afschrift van het origineel heeft gelaten in een gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, omdat hij aldaar niemand aantrof aan wie rechtsgeldig afschrift kon worden gelaten, wordt door de gerechtsdeurwaarder gedaan binnen de kring van zijn bevoegdheid en heeft daarom dwingende bewijskracht. De stelling van de gerechtsdeurwaarder, dat de exploten zijn gelaten aan het adres van klaagster op de wijze als in de exploten staat vermeld, is daarom voorshands als vaststaand aan te nemen.

5.2 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij onderzoek heeft gedaan of er in dit specifieke geval wellicht sprake is geweest van een vergissing. De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd aangetoond dat hiervan geen sprake was. In de onderhavige tuchtprocedure waarvoor andere regels gelden dan in een civiele procedure kan geen diepgaand onderzoek plaatsvinden naar de bewijskracht van authentieke akten.   De enkele mededeling van klaagster dat zij de dagvaarding niet heeft ontvangen, is onvoldoende om aan te nemen dat de ambtsedige verklaring van de gerechtsdeurwaarder niet naar waarheid is afgelegd.

5.3 Nu ervan moet worden uitgegaan dat de gerechtsdeurwaarder bij klaagster aan de deur is geweest maar niemand heeft aangetroffen, kon hij ook geen uitleg geven over de dagvaarding. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat die toelichting aan de dagvaarding zat gehecht, aldus de voorzitter.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter tijdig ingesteld, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet                                                                                        

Klaagster is het niet eens met de beschikking van de voorzitter, omdat zij de dagvaarding wel degelijk niet ontvangen heeft.

  8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd zeker te weten de dagvaarding te hebben betekend.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beschikking van de voorzitter, met welke beschikking de Kamer zich verenigt.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. E.C. Smits  en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2015 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.