ECLI:NL:TAHVD:2015:72 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7395

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2015:72
Datum uitspraak: 09-03-2015
Datum publicatie: 17-03-2015
Zaaknummer(s): 7395
Onderwerp: Artikel 60 b e.v., subonderwerp: Artikel 60 b Advocatenwet
Beslissingen: Voorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Verweerder stelde te laat beroep in tegen de 60ab beslissing van de raad waarin hij voor onbepaalde tijd is geschorst. Niet-ontvankelijk.

Beslissing van 9 maart 2015

in de zaak 7395

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

deken Midden-Nederland

deken

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 17 december 2014, onder nummer

14-189, aan partijen toegezonden op 18 december 2014, waarbij de raad naar aanleiding van het verzoek ex art. 60ab Advocatenwet van de deken tegen verweerder verweerder heeft geschorst op de voet van artikel 60ab Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk als advocaat, met benoeming van een waarnemer.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als. ECLI:NL: TADRARL:2014:401.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 20 januari 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de brief d.d. 20 januari 2015 van verweerder;

-    de brief d.d. 20 januari 2015 van verweerder;

-    de brief d.d. 20 januari 2015 van verweerder;

-    de producties van verweerder, ontvangen ter griffie op 22 januari 2015.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 6 februari 2015, waar verweerder is verschenen.

3    BEOORDELING

3.1    De beslissing van de raad, gedateerd 17 december 2014, is op 18 december 2014 aan partijen verzonden. Dat betekent dat verweerder op grond van artikel 60 ad 1e lid van de Advocatenwet gedurende 30 dagen na 18 december 2014 beroep kon instellen. Deze termijn eindigde op zaterdag 17 januari 2015, waardoor verweerder op grond 1 lid 1 van de Algemene Termijnenwet tot en met maandag 19 januari 2015 tijdig beroep kon instellen. Het beroep van verweerder is evenwel op dinsdag 20 januari 2015 door de griffie van het hof ontvangen.

3.2    Verweerder heeft gesteld op 19 januari 2015 vergeefs getracht te hebben een fax te versturen naar het faxnummer van de griffie. Uit het door verweerder overgelegde faxjournaal blijkt  dat verweerder heeft geprobeerd de fax naar het telefoonnummer van de griffie en niet naar het faxnummer van de griffie te versturen. Deze fout komt voor rekening van verweerder en levert geen verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding op. Verweerder heeft zijn beroep dus te laat ingediend en dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart verweerder niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 17 december 2014 gewezen onder nummer 14-189.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, G.W.S. de Groot, J.H.J.M. Mertens-Steeghs en E. Schutte, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2015.