ECLI:NL:TADRARL:2015:320 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 30/15

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2015:320
Datum uitspraak: 30-10-2015
Datum publicatie: 21-11-2016
Zaaknummer(s): 30/15
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager heeft geen nieuwe gezichtspunten aangevoerd die leiden tot een ander oordeel dan dat van de voorzitter. Het verzet is ongegrond.

Beslissing van 30 oktober 2015

in de zaak 30/15

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 maart 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 23 juni 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

1.2    Bij brief van 7 april 2015 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.3    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 21 augustus 2015.

1.4    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede het verzetschrift van klager d.d. 7 april 2015.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Verweerster heeft niet gehandeld zoals van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht. Klager onderbouwt haar verzet met dezelfde argumenten als zij in haar klacht heeft opgesomd.

4    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. P.L.G. Buisman, G.W. Brouwer, M.J.J.M. van Roosmalen, E.A.C. van de Wiel, leden en bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin  van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 31 oktober 2015.

griffier                                                               voorzitter