ECLI:NL:TNORDHA:2014:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 13-49

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2014:1
Datum uitspraak: 26-02-2014
Datum publicatie: 27-02-2014
Zaaknummer(s): 13-49
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de notarissen dat zij hem belemmeren in de uitvoering van een testamentaire last. De notarissen hebben zich op het standpunt gesteld dat voor de levering van de woning de erfgenamen mee moeten tekenen. Klager stelt dat hij op basis van het testament en de wet zonder toestemming van de erfgenamen de woning aan de koper kan leveren. Klager wordt in zijn standpunt gesteund door Notariaat [V], de wet en de in het klaagschrift aangehaalde literatuur.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 26 februari 2014 inzake de klacht onder nummer 13-49 van:

drs. [klager],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

mr. [notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

en

mr. [notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna tezamen te noemen: de notarissen.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

· de klacht van 10 september 2013, met bijlagen, ingekomen op 12 september 2013,

· het antwoord van de notarissen,

· de repliek van klager,

· de dupliek van de notarissen, met bijlage.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 januari 2014. Daarbij waren aanwezig klager en de notarissen.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan in afschrift gehecht de op de zitting overgelegde pleitaantekeningen van klager.

De feiten

Op 19 december 2012 heeft mevrouw [W] (hierna te noemen: erflaatster) een testament gemaakt, verleden voor een waarnemer van mr. [V], notaris te Den Haag.

Erflaatster heeft klager benoemd tot executeur. In het testament is het volgende bepaald:

“(…)

Taak

De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen moeten worden voldaan. Hieronder wordt onder meer begrepen: het afgeven van legaten, het nakomen of uitvoeren van overeenkomsten en de voldoening van de kosten van mijn begrafenis of crematie, van eventuele taxatie-en boedelkosten en van de erfbelasting die ten laste komen van mijn erfgenamen/legatarissen, het aannemen van aan de nalatenschap verschuldigde prestaties, waaronder het innen van vorderingen en opnemen van banktegoeden, het doen van de vereiste belastingaangiften en het betalen van de verschuldigde belastingen. Het aan mij behorende registergoed aan de [staatnaam en huisnummer en plaatsnaam], kadastraal bekend [gemeente A, sectie [letters], nummer [nummer], dient te worden verkocht. De executeur heeft tevens tot taak het verzorgen van mijn begrafenis of crematie.

(…)

Te gelde maken goederen

De executeur is bevoegd de door hem beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden van de nalatenschap.

De executeur behoeft omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg te treden met de erfgenamen. De executeur behoeft voor de tegeldemaking van een goed niet de toestemming van de erfgenamen.

(…)”.

Op 19 mei 2013 is erflaatster overleden.

Op 27 juni 2013 heeft een waarnemer van notaris mr. [V] de verklaring van erfrecht en executele afgegeven.

Spoedig na het overlijden van erflaatster is haar woning door klager, in zijn hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van erflaatster, verkocht. Het kantoor van de notarissen heeft de koopovereenkomst en het concept van de akte van levering opgesteld.

De klacht en het verweer van de notarissen

Klager verwijt de notarissen dat zij hem belemmeren in de uitvoering van een testamentaire last. De notarissen hebben zich op het standpunt gesteld dat voor de levering van de woning de erfgenamen mee moeten tekenen. Klager stelt dat hij op basis van het testament en de wet zonder toestemming van de erfgenamen de woning aan de koper kan leveren. Klager wordt in zijn standpunt gesteund door Notariaat [V], de wet en de in het klaagschrift aangehaalde literatuur.

De notarissen hebben gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna ­ voor zover nodig ­ zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 van de Wet op het notarisambt (Wna). Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

De notarissen hebben aangevoerd dat de kerntaak van een notaris is omschreven in artikel 3 van de Verordening beroeps-en gedragsregels. Een notaris dient er zorg voor te dragen dat de verkoper de koopsom ontvangt en dat de koper de vrije eigendom van het verkochte krijgt. Bij de uitvoering van die beroepsregel heeft de notaris een eigen taak die controle en onderzoek inhoudt. Deze controle en onderzoek hebben er in de onderhavige zaak toe geleid dat de notarissen zich op het standpunt hebben gesteld dat voor de levering de medewerking van de erfgenamen was vereist. De bevoegdheden van klager als executeur moeten worden ontleend aan de wet en aan de inhoud van het testament. De notarissen hebben aangevoerd dat zij het testament op het punt van de beschikkingsbevoegdheid van de executeur tot levering niet duidelijk geformuleerd vonden. Indien het de bedoeling van erflaatster zou zijn geweest dat klager volledig beschikkingsbevoegd zou zijn, ware het beter geweest indien de tekst van het testament bijvoorbeeld als volgt geformuleerd was:

“De executeur is bevoegd tot verkoop en levering van het woonhuis [staatnaam, huisnummer en plaatsnaam] als vertegenwoordiger van mijn erfgenamen zonder medewerking/toestemming/goedkeuring van welke aard ook” of

“Ik leg aan de executeur de last op tot verkoop en levering van het woonhuis [staatnaam, huisnummer en plaatsnaam].”

De notarissen betreuren dat bij klager de indruk is ontstaan dat zij hun macht zouden misbruiken. Bij de monopolypositie die het notariaat toekomt bij de rechtsgeldigheid van een levering, hoort de volstrekte rechtszekerheid over het effect van die levering.

De Kamer overweegt het volgende. Vast is komen te staan dat klager en de notarissen verschillen van inzicht over de juridische interpretatie van het testament en de wet. De notarissen hebben aangevoerd dat zij de beschikkingsbevoegdheid van de executeur tot levering niet duidelijk geformuleerd vonden. Klager heeft daarentegen gesteld dat hij is gehinderd door de notarissen in de uitoefening van zijn bevoegdheden als executeur. Het notariaat staat voor rechtszekerheid. Daarbij moeten de belangen van alle partijen die bij een akte betrokken zijn, dienen te worden gewaarborgd. Een koper van een huis en ook opvolgende kopers hebben er alle belang bij dat de levering rechtsgeldig is. Te allen tijde moet voorkomen worden dat achteraf een partij grond kan hebben de geldigheid van een akte te betwisten. De verkoper heeft er vervolgens belang bij dat de koopsom naar hem wordt overgemaakt. Dat de notarissen gezien hun twijfel zekerheidshalve aan klager hebben meegedeeld dat zij ook de volmacht van de erfgenamen wilden, getuigt van uiterst zorgvuldig handelen. De Kamer acht de klacht derhalve ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.G.L. den Os-Brand, voorzitter, O. van der Burg, F. Hoppel, H.M. Kolster en J. Smal en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2014.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.