ECLI:NL:TGZCTG:2014:59 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.173

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2014:59
Datum uitspraak: 13-02-2014
Datum publicatie: 13-02-2014
Zaaknummer(s): c2013.173
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen ambulant verpleegkundig begeleider over de behandeling van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geen aanwijzingen dat de verpleegkundige ten aanzien van de aan klager verleende zorg op enige wijze tekort is geschoten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2013.173 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

Tegen

C., verpleegkundige, werkzaam te D., verweerder in beide instanties.

1. Verloop van de procedure

A. - hierna klager - heeft op 15 november 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te ‘s-Gravenhage tegen C. - hierna verweerder - een klacht ingediend. Bij beslissing van 12 februari 2013, onder nummer 2011-227a heeft dat College de klacht afgewezen.

Klager is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen.

Verweerder heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

De zaak is in hoger beroep tegelijkertijd maar niet gevoegd met de zaak C2013.174 (A./E.) behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 17 december 2013. Verweerder is ter terechtzitting verschenen. Tevens was ter ondersteuning van verweerder ter terechtzitting aanwezig de heer F., juridisch adviseur van de Parnassia Groep. Klager is, hoewel op juiste wijze voor de zitting uitgenodigd, niet ter terechtzitting verschenen.

2. Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.

2. De klacht

Klager verwijt de verpleegkundige misbruik te hebben gemaakt van zijn gedwongen opname en klager te hebben gestraft nadat klager een ruit kapot gegooid had. Daarnaast is klager niet tevreden over de verstrekking van zijn medicatiedepot.

3. Het standpunt van de verpleegkundige

De verpleegkundige is de ambulant behandelaar/begeleider en heeft geen contact gehad tijdens de opname van klager, maar alleen met de behandelend psychiater enkele dagen voor ontslag van klager. De verpleegkundige heeft de verwijten van klager gemotiveerd bestreden. Klager gaf aan de verpleegkundige te kennen verbolgen te zijn over het feit dat hij was opgepakt door de politie na het ingooien van een ruit. De verpleegkundige zou toen de opmerking kunnen hebben gemaakt: “dat heb je ervan als je een ruit ingooit”. Bij de medicatieverstrekking is de verpleegkundige niet betrokken geweest.

4. De beoordeling

Klager stelt dat de verpleegkundige tekort geschoten is in de zorg ten opzichte van hem. De verpleegkundige heeft dit betwist. Voor zover de verpleegkundige een opmerking heeft gemaakt naar aanleiding van het inschakelen van de politie na het ingooien van een ruit door klager, acht het College dit niet onzorgvuldig.

Het College heeft geen aanwijzingen dat de verpleegkundige ten aanzien van de aan klager verleende zorg op enige wijze tekort is geschoten.

Gezien het vorenstaande komt het College tot het oordeel dat de klacht ongegrond is”.

3. Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de volgende feiten.

Klager is bekend met de ziekte schizofrenie. Verweerder is van 2004 tot en met juli 2012 de ambulant verpleegkundig begeleider van klager geweest. Klager is van mei 2006 tot en met juni 2010 opgenomen geweest met een inbewaringstelling. Op enig moment is klager na het vernielen van een ruit door de politie gearresteerd. In juli 2010 is in overleg met de behandelend arts klagers depotmedicatie gewijzigd van Cisordinol naar Fluanxol. Begin 2012 heeft verweerder getracht klager te helpen met diens computerproblemen. Bij het formatteren van de computer door verweerder zijn bestanden van de harde schijf verloren gegaan.

4. Beoordeling van het hoger beroep

4.1 In hoger beroep heeft klager zijn klacht herhaald en nader toegelicht.

4.2 Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

4.3 Met betrekking tot het door klager in zijn beroepschrift geuite verwijt dat verweerder klagers computergegevens heeft ‘gestolen, gemanipuleerd en afgekeken’, moet worden geoordeeld dat klager dit – ook al in eerste aanleg bij repliek aangevoerde – verwijt op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt tegenover het verweer van verweerder dat bij het door hem opnieuw formatteren van klagers computer bestanden verloren zijn gegaan. Indien al dit verwijt zou moeten worden aangemerkt als tijdig naar voren gebrachte klacht, treft het geen doel.

4.4 Voor het overige heeft de behandeling van de zaak in hoger beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. W.D.H. Asser, voorzitter, mr. G.P.M. van den Dungen en mr. Wigleven, leden juristen en drs. D.A. Polhuis en P. van der Zee, leden beroepsgenoten en mr. D. Brommer, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 februari 2014.

Voorzitter w.g. Secretaris w.g.