ECLI:NL:TGZCTG:2014:26 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.232

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2014:26
Datum uitspraak: 23-01-2014
Datum publicatie: 28-01-2014
Zaaknummer(s): c2013.232
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: .

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2013.232 van:

A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg,

tegen

C., verzekeringsarts, wonende te D., verweerder in beide instanties, gemachtigde: mr. J. Meyst-Michels, advocaat te Utrecht.

1. Verloop van de procedure

1.1 A. - hierna klaagster - heeft een klacht ingediend die, na doorzending, door het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Gravenhage is ontvangen op 23 april 2012 tegen C. - hierna de arts. Bij beslissing van 12 maart 2013, onder nummer 2012-141 heeft dat College als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.

1.2 De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 19 december 2013, waar zijn verschenen klaagster en de arts, bijgestaan door mr. Meyst-Michels.

Mr. Meyst-Michels heeft de standpunten van de arts toegelicht aan de hand van pleitnotities die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd.

1.3 Het Centraal Tuchtcollege acht zich op grond van hetgeen ter zitting is besproken onvoldoende ingelicht om te kunnen beslissen op het beroep van klaagster en besluit daarom tot heropening van de mondelinge behandeling. Het Centraal Tuchtcollege acht het voorts wenselijk dat de verdere behandeling van het hoger beroep geschiedt door een college waarvan ook een medisch adviseur als lid beroepsgenoot deel uitmaakt.

1.4 Gelet op het voorgaande zal de mondelinge behandeling van de zaak worden heropend op donderdag 13 maart 2014, 15.00 uur.

2. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

houdt de zaak aan tot 13 maart 2014, 15.00 uur

met het hiervoor onder 1.3. vermelde doel.

Deze beslissing is gegeven door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter,

mr. J.M.T. van der Hoeven-Oud en mr. drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen, leden-juristen en

drs. M.A.P.E. Bulder-van Beers en drs. J.A.F. Leunisse-Walboomers, leden-beroepsgenoten en mr. M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van

23 januari 2014. Voorzitter w.g. Secretaris w.g.