ECLI:NL:TGDKG:2014:87 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet615.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:87
Datum uitspraak: 13-05-2014
Datum publicatie: 11-06-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet615.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet gedaan buiten de termijn. Verzet niet-ontvankelijk verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 13 mei 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 2 juli 2013 met nummer 217.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 615.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 4 juli 2013 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 12 juli 2013, heeft klager op nader aan te voeren gronden tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 25 maart 2014, alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 13 mei 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Ondanks het feit dat klager na afloop van de verzettermijn bij brief van 26 juli 2013 daartoe nog veertien dagen in de gelegenheid is gesteld, heeft hij de gronden van het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet binnen die termijn aan de Kamer doen toekomen, zodat hij in zijn verzet niet kan worden ontvangen. De nadien op 15 oktober 2013 door klager ingezonden stukken kunnen dan ook niet als (toelichting op de) gronden van het verzet dienen.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 mei 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.