ECLI:NL:TGDKG:2014:86 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet596.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:86
Datum uitspraak: 20-05-2014
Datum publicatie: 10-06-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet596.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  Verzet te laat gedaan?. Klager heeft na daartoe na aanhouding in de gelegenheid te zijn gesteld, niet meer gereageerd. Verzet niet-ontvankelijk verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 mei 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 11 juni 2013 met nummer 192.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 596.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 24 juni 2013 aan klager toegezonden.

Bovenstaande verzetzaak is behandeld op de zitting van de Kamer van 25 maart 2014. Klager, hoewel behoorlijk opgeroepen, en de gerechtsdeurwaarder zijn  niet verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 17 maart 2014 laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Tijdens de behandeling is het de Kamer gebleken dat uit de zich in het dossier bevindende e-mail correspondentie moet worden afgeleid dat klager binnen de verzettermijn heeft gereageerd en naar de status van zijn zaak heeft gevraagd, maar buiten die termijn van de Kamer antwoord heeft ontvangen. Klager had aan de Kamer gevraagd of het klopte dat hij de beschikking van de voorzitter nog niet ontvangen had, omdat hij nog niets had vernomen. Klager heeft bij e-mail van 25 juni 2013, herhaald op 11 juli 2013, de Kamer om bovenstaande inlichtingen verzocht. De griffie heeft bij e-mail van 12 juli 2013 geantwoord dat de beschikking op 24 juni 2013 naar klagers postadres was verstuurd. Bij deze e-mail is een kopie van de beschikking bijgevoegd. Bij e-mail van 12 juli 2013 heeft klager meegedeeld dat hij de stukken nog niet ontvangen had, maar hoopte nog enig respijt te krijgen om de stukken te bestuderen. Bij e-mail van 18 juli 2013 heeft de griffie klager geantwoord dat per post nog niets wasa ontvangen en heeft hij verzocht z.s.m. mee te delen of hij nog tijd had om te reageren. Vervolgens is klager in deze e-mail uitgebreid ingegaan op het verweer van de gerechtsdeurwaarder. Daarom is die e-mail opgevat als verzetschrift.

De Kamer heeft op de zitting van 25 maart 2014 besloten dat de behandeling van het verzet werd aangehouden. De gerechtsdeurwaarder is in de gelegenheid gesteld om nog reageren op bovenstaande feiten. Dit heeft de gerechtsdeurwaarder gedaan bij brief van 1 mei 2014. Deze reactie is door de secretaris van de Kamer aan klager doorgezonden met het verzoek binnen twee weken te reageren, uiterlijk op 20 mei 2014. Klager heeft niet meer gereageerd. De uitspraak is bepaald op heden.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet niet kan worden ontvangen. Evenmin is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar doen zijn. Dat klager stukken niet ontvangen, moet voor zijn risico komen. Klager heeft hoewel in gelegenheid gesteld, geen toelichting meer gegeven.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en mr. J.J.M. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 mei 2014 tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.