ECLI:NL:TGDKG:2014:83 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW468.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:83
Datum uitspraak: 29-04-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): GDW468.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Loonbeslag onder werkgever van echtgenote van klager. De klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 wordt niet-ontvankelijk verklaard. Die klacht is ingediend buiten de termijn van drie jaar waarbinnen dat gedaan had moeten worden. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft erkend dat hij ten laste van klager loonbeslag onder de werkgever van diens echtgenote heeft gelegd terwijl hij wist althans had behoren te weten dat dit niet mogelijk was daar klager op basis van huwelijkse voorwaarden is getrouwd en er eerder al ten onrechte loonbeslag onder dezelfde werkgever was gelegd. Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 april 2014 zoals bedoeld in artikel 43, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 468.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

1) [     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

2) [     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagden.

gemachtigde: [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 31 mei 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 21 augustus 2013, hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.

-           Klager heeft bij e-mail van 16 maart 2014 op het verweerschrift van de gerechtsdeurwaarders gereageerd en medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

-           De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 maart 2014 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders is verschenen.

-           Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 29 april 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Klager is op 13 november 1997 op huwelijkse voorwaarden getrouwd.

-           Op 24 mei 2013 heeft gerechtsdeurwaarder sub 1 ten onrechte loonbeslag ten laste van de echtgenote van klager gelegd. Dezelfde fout werd op 25 mei 2010 door gerechtsdeurwaarder sub 2 gemaakt. Beide gerechtsdeurwaarders zijn werkzaam voor dezelfde organisatie.

-           Bij brief van 3 juni 2013 hebben de gerechtsdeurwaarders hun verontschuldigingen aan klager aangeboden en medegedeeld dat het ten onrechte gelegde loonbeslag is opgeheven.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarders ten onrechte loonbeslag ten laste van zijn echtgenote hebben gelegd terwijl zij op huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht erkend.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De Gerechtsdeurwaarderswet kent geen termijn waarbinnen een klacht moet worden ingediend, maar het Gerechtshof heeft beslist dat een termijn van drie jaar in een tuchtprocedure tegen een gerechtsdeurwaarder als redelijk wordt aanvaard. Deze termijn begint te lopen op de dag waarop de klager van het handelen of nalaten van de gerechtsdeurwaarder kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen. Klager heeft na 3 jaar nadat hij kennis heeft genomen van het handelen van gerechtsdeurwaarder sub 2, een klacht bij de Kamer ingediend. Hij is om die reden niet ontvankelijk in deze klacht.

4.2 Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft erkend dat hij op 24 mei 2013 ten laste van klager loonbeslag onder de werkgever van diens echtgenote heeft gelegd terwijl hij wist althans had behoren te weten dat dit niet mogelijk was daar klager op basis van huwelijkse voorwaarden is getrouwd en er eerder al ten onrechte loonbeslag onder dezelfde werkgever was gelegd. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft in het onderhavige geval dan ook niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen die wel van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht.

4.3 De Kamer is van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering dat de klacht met betrekking tot gerechtsdeurwaarder sub 1 gegrond is. In de gegeven omstandigheden is er geen aanleiding om over te gaan tot het opleggen van een maatregel.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht met betrekking tot gerechtsdeurwaarder sub 1 gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel ten laste van gerechtsdeurwaarder sub 1 achterwege;

-        verklaart de klacht met betrekking tot gerechtsdeurwaarder sub 2 niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 april 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.