ECLI:NL:TGDKG:2014:79 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW705.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:79
Datum uitspraak: 04-03-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): GDW705.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslagvrije voet. Vakantiegeld valt ook onder het beslag. Klacht ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 4 maart 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 705.2013 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 27 augustus 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft nagelaten, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, een verweerschrift in te dienen. De zaak is daarom behandeld ter openbare terechtzitting van 21 januari 2014 in aanwezigheid van de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft laten weten niet in staat te zijn om ter zitting te verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 4 maart 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Klager heeft aan de gerechtsdeurwaarder verzocht om de toegepaste beslagvrije voet te verhogen en het vakantiegeld waarop beslag is gelegd, aan hem terug te betalen. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet aangepast maar heeft klager laten weten dat zijn opdrachtgever er niet akkoord meegaat dat klager zijn vakantiegeld behoudt.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze nog steeds een te lage beslagvrije voet heeft bepaald en ten onrechte het vakantiegeld niet aan hem terugbetaalt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting uiteengezet op welke wijze hij de beslagvrije voet heeft herzien en dat het vakantiegeld terecht onder het beslag is gebracht. Hij betreurt het dat hij naar aanleiding van de verzoeken van de Kamer niet eerder een verweerschrift heeft ingediend.    

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Dat geval doet zich hier niet voor, mede gelet op de gemotiveerde uiteenzetting van de gerechtsdeurwaarder ter zitting. Indien klager het desondanks niet eens is met de hoogte van de vastgestelde beslagvrije voet, dient hij zich te wenden tot de gewone rechter. Behoudens bijzondere omstandigheden, waarvan hier niet is gebleken, is het niet aan de tuchtrechter hierover te oordelen.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. C.W. Inden en J.C.M. van der Weijden, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 maart 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.