ECLI:NL:TGDKG:2014:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet847.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:75
Datum uitspraak: 22-04-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet847.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 april 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 24 september 2013 met nummer 416.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 847.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 11 oktober 2013 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift ingekomen op 22 oktober 2013, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzet is behandeld ter openbare terechtzitting van 11 maart 2014 in aanwezigheid van klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 22 april 2014.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder heeft van het Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. de opdracht gekregen om klager te dagvaarden. Op 15 januari 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding op het adres van klager betekend door overhandiging aan de vader van klager, omdat klager niet thuis was.

-           Op 28 januari 2013 heeft klager een bedrag van € 531,45 aan de gerechtsdeurwaarder voldaan. Hiermee heeft klager niet de volledige hoofdsom voldaan - de dagvaarding vermeldt een bedrag van € 536,77 - en evenmin  de op dat moment verschuldigde de dagvaardingskosten en  het salaris gemachtigde.

-           Op 25 februari 2013 is een verstekvonnis ten laste van klager gewezen.

-           Op 18 maart 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder het verstekvonnis aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

-           Nadien heeft klager zijn bezwaren tegen de hoogte van de vordering bij de gerechtsdeurwaarder kenbaar gemaakt. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 19 april 2013 op de bezwaren van klager gereageerd.

3. De oorspronkelijk klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de veroordeling in de proceskosten hem bespaard was gebleven, als de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding persoonlijk aan hem had afgegeven. Ook had de gerechtsdeurwaarder de zaak direct na zijn betaling van 28 januari 2013 alsnog moeten intrekken en moeten uitgaan van zijn goede trouw.

4. Het oorspronkelijk verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. Hij heeft daartoe onder andere overwogen dat uit het verweerschrift en de overgelegde producties kan worden afgeleid dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding bij de vader van klager mocht  achterlaten, omdat hij ervan mocht uitgaan dat de dagvaarding door de vader aan klager overhandigd zou worden. Nu dit kennelijk niet is gebeurd, dienen de gevolgen hiervan voor rekening van klager te komen. Dat temeer nu  klager verzet tegen het verstekvonnis had kunnen instellen, maar daarvan heeft afgezien. Klager kan het de gerechtsdeurwaarder dus evenmin verwijten dat deze het vonnis heeft ten uitvoer gelegd.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Hij blijft van mening dat er door toedoen van de gerechtsdeurwaarder nodeloos kosten zijn veroorzaakt. Volgens hem had de gerechtsdeurwaarder bij de betekening van de dagvaarding er niet mee had kunnen volstaan deze te overhandigen aan zijn destijds 84-jarige vader. De gerechtsdeurwaarder had daarna nog eens moeten checken of de dagvaarding hem daadwerkelijk had bereikt, aldus klager. Klager heeft de dagvaarding niet van zijn vader ontvangen, omdat zijn vader de dagvaarding ergens had neergelegd en kennelijk was vergeten om klager daarop attent te maken.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweer tegen de klacht. Volgens hem heeft klager in verzet geen aanvullende of nieuwe gronden gegeven.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

9.2 Ook in verzet heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat de gerechtsdeurwaarder had moeten begrijpen dat de vader van klager de dagvaarding niet aan klager zou overhandigen. De dagvaarding is dus rechtsgeldig uitgereikt.  

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. A. Sissing en

M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 april 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.

.