ECLI:NL:TGDKG:2014:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet689.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:71
Datum uitspraak: 18-03-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet689.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 maart 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 30 juli 2013 met nummer 309.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 689.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 31 juli 2013 aan klaagster toegezonden. Bij verzetschrift ingekomen op 14 augustus 2013, heeft klaagster tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 februari 2014, alwaar klaagster is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft laten weten niet ter zitting te verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 maart 2014.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een aantal tegen de zoon van klaagster uitgevaardigde dwangbevelen. Daarbij is ten laste van de zoon bankbeslag gelegd.

3 De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich erover dat een verkeerde beslagvrije voet is bepaald.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Naar aanleiding van de betekening van dwangbevelen is noch door de zoon van klaagster en evenmin door klaagster of de hulpverlener contact opgenomen om een regeling te bespreken. Het leggen van bankbeslag is in een dergelijke situatie dan ook voor de hand liggend.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslagvrije voet geldt niet bij bankbeslag. Onder omstandigheden kan er sprake zijn van misbruik van recht, maar de beoordeling daarvan is in  beginsel voorbehouden aan de gewone rechter.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klaagster is het niet eens met de beslissing van de voorzitter.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn eerdere verweer tegen de klacht. Volgens hem heeft klaagster geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.

9.2 Het verzet is daarom ongegrond.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M.W. de Ruijter leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 maart 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.