ECLI:NL:TGDKG:2014:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW1046.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:59
Datum uitspraak: 01-04-2014
Datum publicatie: 23-05-2014
Zaaknummer(s): GDW1046.2013
Onderwerp: Beroepsorganisatie
Beslissingen: Ontzetting uit het ambt
Inhoudsindicatie: Geen kantoor (meer) houden in vestigingsplaats. Klacht gegrond verklaard en maatregel van ontzetting uit het ambt opgelegd. Zie ook zaaknummer GDW655.2012 beslissing van 1 april 2014. Zelfde maatregel tegen zelfde gerechtsdeurwaarder opgelegd wegens het niet betalen van een bij eerdere beslissing opgelegde geldboete.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 1 april 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 1046.2013 van:

KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE VAN GERECHTSDEURWAARDERS,

gevestigd te Den Haag,

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen

[     ],

gerechtsdeurwaarder, voorheen gevestigd te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief ingekomen op 31 december 2013 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 februari 2013. Namens klaagster is verschenen [     ]. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 1 april 2014.

1. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze sinds 1 april 2013 niet meer aan zijn voormalige kantoor is verbonden. Ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft de gerechtsdeurwaarder niet bekend gemaakt op welke locatie hij thans kantoor houdt. Volgens klaagster betekent dit dat de gerechtsdeurwaarder thans feitelijk geen kantoor meer houdt. Hij handelt daardoor in strijd met de artikelen 16 van de Gerechtsdeurwaarderswet, artikel 4 van de Verordening gegevensverstrekking voor de leden van de KBvG en artikel 9 van de Verordening KBvG Normen voor kwaliteit.

2. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft geen verweer gevoerd.

3. De beoordeling van de klacht

3.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

3.2 De klacht is niet weersproken. De Kamer acht deze gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voldaan aan enkele elementaire wettelijke verplichtingen, zoals het houden van een kantoor in zijn plaats van vestiging. Mede gelet op de periode van dit verzuim (sedert 1 april 2013) en de ruime gelegenheid die klaagster de gerechtsdeurwaarder heeft geboden om zijn nieuwe kantoorgegevens kenbaar te maken, acht de Kamer in de onderhavige zaak onderstaande maatregel de enig passende.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ontzet de gerechtsdeurwaarder uit zijn ambt welke maatregel van kracht wordt op een na het onherroepelijk worden van deze beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder door de Kamer mee te delen datum.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. A. Sissing en

mr. J.J.L. Boudewijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 april 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.