ECLI:NL:TGDKG:2014:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet75.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:30
Datum uitspraak: 28-01-2014
Datum publicatie: 07-03-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet75.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 28 januari 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van

28 december 2012 met nummer 898.2012 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 75.2013 ingesteld door:

[      ] ,

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder,

gemachtigde [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 9 januari 2013 aan klager verzonden.

Op 22 januari 2013 is het tegen de beslissing van de voorzitter gerichte verzetschrift bij de Kamer ontvangen. Klager heeft bij schrijven van 23 oktober 2013 nadere stukken ingezonden. Een kopie daarvan is doorgestuurd naar de gerechtsdeurwaarder.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 november 2013. Beide partijen zijn daar, zoals tevoren door hen meegedeeld, niet verschenen. Daarom is van de behandeling ter zitting geen proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van deze beslissing, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De feiten

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, omdat partijen niet ter zitting aanwezig waren om hun standpunten nader toe te lichten, uitgegaan van de zich in het dossier bevindende stukken.

4. De inleidende klacht

De voorzitter heeft de klacht in die zin samengevat dat klager zich erover beklaagt dat de gerechtsdeurwaarder een onjuist adres heeft gehanteerd.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

4.2 Voor zover al waar zou zijn dat de deurwaarder het exploot aan een onjuist adres heeft betekend, zou het exploot nietig kunnen zijn. Daarmee is echter niet gezegd dat de deurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Dat van zodanig laakbaar handelen sprake is geweest, heeft klager niet gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt.

6. De gronden van het verzet

De gronden van het verzet komen er – samengevat – op neer dat klager de Kamer verzoekt zijn klacht opnieuw te beoordelen. Klager is van mening dat de reactie op de klacht, van zowel de gerechtsdeurwaarder als diens gemachtigde, in strijd met de waarheid is. Klager geeft gemotiveerd aan dat hij vanaf 1 januari 2011 om veiligheidsredenen in [     ] woont.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De Kamer ziet geen aanleiding om de behandeling van de zaak aan te houden in afwachting van nadere uitspraken in door klager aangespannen beroepsprocedures in Nederland en [     ] of om klager in [     ] te horen, zoals door hem verzocht. Hierbij is meegewogen dat klager zijn standpunt uitgebreid heeft toegelicht en onderbouwd in de door hem gedurende de procedure toegezonden stukken.

7.2 Klager beklaagt zich over de betekening van dwangbevelen op het adres te [     ] in de jaren 2011 en 2012. Uit een door de gerechtsdeurwaarder ingezonden uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van 5 november 2012 blijkt dat klager vanaf  12 augustus 2008 tot in elk geval de datum van voornoemd uittreksel ingeschreven staat op het (gezins)adres te [     ].

7.2 Het is betreurenswaardig dat klager een geschil heeft met de gemeente over de vraag of  hij uitgeschreven moet worden uit de GBA. Dit betekent echter niet dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door uit te gaan van de gegevens van de GBA, ook al verbleef klager in [     ] en ook al huurt hij daar sedert januari 2011 een woning en staan klager (sedert 15 oktober 2012) en zijn echtgenote (sedert 14 januari 2013) ingeschreven in het vreemdelingenregister van de gemeente [     ] in [     ].

7.3 De inschrijving in de GBA is leidend voor de bepaling van het adres van een justitiabele als klager. Gelet daarop mocht de gerechtsdeurwaarder de dwangbevelen ten tijde van belang betekenen op het uit de GBA blijkende adres. Dit geldt temeer nu klagers echtgenote daar daadwerkelijk woonde, zodat niet gezegd kan worden dat het risico bestond dat klager niet op de hoogte zou komen van de op dat adres betekende stukken. Dat medewerkers van de gemeente [     ] tijdens de behandeling ter zitting van de rechtbank [     ] op 11 mei 2012 hebben verklaard dat klager in april 2010 naar [     ] is gevlucht en met ingang van 2011 niet meer ingeschreven staat  in de gemeente, is merkwaardig, maar leidt niet tot een andere conclusie.

7.4 Gelet op vorenstaande is de Kamer van oordeel dat op basis van de door klager in verzet aangevoerde gronden niet geoordeeld kan worden dat de beslissing van de voorzitter niet in stand kan blijven. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr . C.W. Inden, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 2014 tegenwoordigheid van H.A.J. van der Lee, secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.