ECLI:NL:TGDKG:2014:248 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet601.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:248
Datum uitspraak: 16-12-2014
Datum publicatie: 22-01-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet601.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 16 december 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 29 juli 2014 met zaaknummer 162.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 601.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 26 februari 2014 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Op 18 maart 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 29 juli 2014 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 5 augustus 2014.

Bij brief van 15 augustus 2014 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2014 in aanwezigheid van klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 18 november 2014 en nader bepaald op 16 december 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is door de Kamer van Koophandel Noord-Nederland belast met de betekening en (verdere) tenuitvoerlegging van een op 12 juni 2013 tegen klager uitgevaardigd dwangbevel. Bij exploot van 20 juni 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder het dwangbevel aan klager betekend. Bij brief van 10 juli 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een specificatie toegezonden van het door hem verschuldigde bedrag. Bij exploot van 31 januari 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder klager onder meer aangezegd dat de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging (van het dwangbevel) is overgegaan op een ander zelfstandig bestuursorgaan. Bij exploot van 17 februari 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag gelegd onder de Rabobank. 

4. De oorspronkelijke klacht

Klager is het niet eens met het gelegde beslag. Klager stelt de nota van de Kamer van Koophandel wel te hebben betaald en stelt voorts de dwangbevelen nooit te hebben ontvangen. Ook is het proces-verbaal van het onder de Bank gelegde beslag niet aan hem betekend.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot een authentieke akte is die op grond van artikel 157 lid 1 Rv tegen een ieder dwingend bewijs oplevert van hetgeen de gerechtsdeurwaarder daarin binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft verklaard, zulks behoudens tegenbewijs (artikel 151 lid 2 Rv). De mededeling in het exploot, dat de gerechtsdeurwaarder op het in het exploot vermelde adres een afschrift van het origineel heeft gelaten in een gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, omdat hij aldaar niemand aantrof aan wie rechtsgeldig afschrift kon worden gelaten, wordt door de gerechtsdeurwaarder gedaan binnen de kring van zijn bevoegdheid en heeft daarom dwingende bewijskracht. De stelling van de gerechtsdeurwaarder, dat de exploten zijn gelaten aan het adres van klager op de wijze als in de exploten staat vermeld, is daarom als vaststaand aan te nemen.

5.2. De voorzitter heeft verder overwogen dat de stelling dat de nota’s van de Kamer van Koophandel door klager zijn voldaan niet wordt onderbouwd. De enkele mededeling van klager dat hij de exploten niet heeft ontvangen doet aan hetgeen onder 4.3 wordt overwogen niet af. In de onderhavige tuchtprocedure waarvoor andere regels gelden dan in een civiele procedure kan geen diepgaand onderzoek plaatsvinden naar de bewijskracht van authentieke akten. Nu klager enkel heeft aangevoerd niets te hebben ontvangen, dient de klacht als zijnde kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

6. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. De eerste twee dwangbevelen heeft klager via de mail ontvangen. Klager verwijst naar zijn inleidende klacht. Het proces-verbaal van het onder de bank gelegde beslag heeft klager niet ontvangen. Volgens het verweerschrift is de gerechtsdeurwaarder op geen enkele wijze betrokken geweest bij deze zaak. Hoe kan hij dan oordelen over de gang van zaken. Volgens punt 4 van het verweerschrift oppert de gerechtsdeurwaarder dat het mogelijk is dat een ander de post meermalen van de deurmat heeft gehaald. Klager woont alleen op dat adres en heeft zijn werk aan huis. Klager acht het onwaarschijnlijk dat hij tot drie keer toe niet thuis was en de post op onverklaarbare wijze is verdwenen. Klager woont 400 meter van de doorgaande weg af. Als er iemand langskomt ziet hij die aankomen. Klager is het er niet mee eens dat het in zijn risicosfeer ligt dat de stukken van de gerechtsdeurwaarder goed bezorgd worden.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

Naar het oordeel van de Kamer heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Het standpunt van klager dat hij het er niet mee eens is dat het in zijn risicosfeer ligt dat de stukken van de gerechtsdeurwaarder goed bezorgd wordt, doet niet af aan de authenticiteit van de door de gerechtsdeurwaarder betekende exploten. De daarin opgenomen vermelding dat hij aldaar niemand aantrof aan wie rechtsgeldig afschrift kon worden gelaten en daarom een afschrift van het origineel is achtergelaten in een gesloten envelop, moet voor waar worden aangenomen totdat het tegendeel is bewezen. Uit hetgeen door klager is aangevoerd kan het tegendeel niet worden afgeleid. Hetgeen door klager in verzet is aangevoerd werpt geen nieuw licht op de klacht waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer zal het verzet ongegrond verklaren.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. E.C. Smits en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.