ECLI:NL:TGDKG:2014:242 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet677.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:242
Datum uitspraak: 09-12-2014
Datum publicatie: 22-01-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet677.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verzet niet tijdig gedaan. Niet-ontvankelijk

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 9 december 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van  29 juli 2014 met nummer 133.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 677.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 5 augustus 2014 aan klaagster toegezonden. Bij verzetschrift, ter griffie ontvangen op 26 augustus 2014, heeft klaagster tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 oktober 2014, alwaar Klaagster is verschenen en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder. Deze gemachtigde heeft een pleitnota ingediend. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 9 december 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter niet tijdig ingesteld, namelijk niet binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beschikking van de voorzitter. Niet is gebleken van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar doen zijn, zodat klaagster in haar verzet niet kan worden ontvangen.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESCHIKKING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar verzet.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, plaatsvervangend-voorzitter, mr. Th.C.M. Hendriks-Jansen en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 december 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.