ECLI:NL:TGDKG:2014:239 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet543.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:239
Datum uitspraak: 12-12-2014
Datum publicatie: 22-01-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet543.2014
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 december 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 29 april 2014 met nummer 907.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 543.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 13 mei 2014 aan klager toegezonden. Bij verzetschrift ingekomen op 15 mei 2014, heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Klager heeft de klacht aanvankelijk ook gericht tegen gerechtsdeurwaarder [     ], gerechtsdeurwaarder te [     ]. In verzet heeft klager de klacht tegen deze gerechtsdeurwaarder ingetrokken. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking reeds rekening gehouden.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2014. De gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is nader bepaald op 12 december 2014.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Klager heeft een schuld bij de Nederlandse Voorschotbank. De gerechtsdeurwaarder  is belast met de invordering van die schuld. Een medewerker van de gerechtsdeur-waarder heeft op donderdag 24 oktober 2013 telefonisch contact opgenomen met klager

3. De oorspronkelijke klacht

3.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze bij voormeld telefoongesprek:

1. hem agressief heeft bejegend;

2. onduidelijke voorstellen heeft gedaan over het te betalen bedrag om executie te voorkomen;

3. dreigementen heeft geuit voor het geval hij niet zou betalen;

4. hem ervan heeft willen weerhouden contact op te nemen met zijn schuldhulpverlener.

3.2 Klager heeft aangevoerd dat hij in een moeilijke financiële situatie zit en de hulp heeft ingeroepen van Schuldhulpverlening. Een van de schuldeisers is de Nederlandse Voorschotbank. Door zijn financiële situatie kon klager de lening niet meer aflossen en is de vordering overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder. Op 24 oktober 2013 is klager gebeld door een medewerker van de gerechtsdeurwaarder. De medewerker deelde mede dat de vordering in zijn geheel opgeëist werd door de bank. Dit gesprek verliep volgens klager uiterst vervelend en intimiderend . De betrokken medewerker gaf tijdens het telefoongesprek aan dat klager maar beter naar hem kon luisteren omdat anders de gevolgen groot zouden zijn. Als beslaglegging op huis of loon niet meer mogelijk was, zouden andere, voor klager  vervelende maatregelen worden getroffen. Verder- aldus nog steeds klager –vroeg  de medewerker aan klager welk bedrag hij kon betalen. Klager heeft daarop aangegeven eerst met Schuldhulpverlening te willen overleggen. De medewerker heeft klager afgeraden om contact met Schuldhulpverlening op te nemen omdat deze de schuldeiser probeert te ontlopen. Klager vond de toonzetting van de opmerkingen van de medewerker agressief en zeer onprofessioneel. Klager heeft geweigerd in te gaan op de voorstellen van de medewerker en de kwestie besproken met Schuldhulpverlening.

3.3 Op 1 november 2013 stond gerechtsdeurwaarder [     ] bij klager aan de deur met een exploot waarin een veel lager te betalen bedrag stond vermeld dan het bedrag waarvoor de gerechtsdeurwaarder hem had benaderd.

4. Het oorspronkelijke verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken.

5. De beschikking van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht kennelijk ongegrond is ten aanzien gerechtsdeurwaarder [     ].

5.2 Ten aanzien van de klacht tegen (de medewerker van) de gerechtsdeurwaarder heeft de voorzitter eveneens geoordeeld dat deze kennelijk ongegrond is.

6. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft het verzet tegen voormelde beschikking van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter en de gronden van het verzet zijn daarna tijdig ontvangen, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

7. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beschikking van de voorzitter.

8. Het verweer in verzet

De gerechtsdeurwaarder heeft verwezen naar zijn verweer tegen de klacht. Volgens hem heeft klager in verzet geen aanvullende of nieuwe gronden gegeven.

9. De beoordeling van de gronden van het verzet

9.1 In verzet heeft klager zich beperkt tot het oordeel van de voorzitter met betrekking tot het handelen van de in de aanhef als enige beklaagde aangemerkte gerechtsdeurwaarder. Het verzet wordt daarom beschouwd zich alleen tot die gerechtsdeurwaarder te richten.

9.2 Het onderzoek in verzet heeft  niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen noch tot een ander oordeel van de Kamer dan die vervat zijn in de beslissing van de voorzitter, met welke beslissing de Kamer zich verenigt.

10. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.