ECLI:NL:TGDKG:2014:236 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet679.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:236
Datum uitspraak: 16-12-2014
Datum publicatie: 22-01-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet679.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De gronden van het verzet zijn ingediend buiten de termijn die aan klager is gegeven. De Kamer verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 16 december 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 26 augustus 2014 met zaaknummer 304.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 679.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 29 april 2014 en 26 mei 2014, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij verweerschrift, ingekomen op 6 mei 2014, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 26 augustus 2014 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 3 september 2014.

Bij brief, ingekomen op 12 september 2014, heeft klager verzet op nader bekend te maken gronden ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Bij e-mail van 15 september 2014 heeft de secretaris van de Kamer aan klager medegedeeld dat de nader bekend te maken gronden uiterlijk 1 oktober 2014 door de Kamer moeten zijn ontvangen.

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 6 oktober 2014, heeft klager zijn gronden van verzet aan de Kamer bekend gemaakt.

De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 november 2014 alwaar klager is verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 16 december 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft bij brief van 12 september 2014 aan de Kamer medegedeeld dat hij in verzet wenst te komen tegen de beslissing van de voorzitter op nader bekend te maken gronden. Naar aanleiding hiervan heeft de secretaris van de Kamer klager tot uiterlijk 1 oktober 2014 de tijd gegeven om zijn verzetgronden aan de Kamer te doen toekomen. De door klager ingediende verzetgronden zijn op 6 oktober 2014 door de Kamer ontvangen. Dat is buiten de eerder door de secretaris van de Kamer gestelde termijn zodat klager, behoudens bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden maken, in zijn verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Nu van dergelijke bijzondere omstandigheden niet is gebleken beslist de Kamer als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. M.S.F. Voskens en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.