ECLI:NL:TGDKG:2014:227 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet676.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:227
Datum uitspraak: 19-12-2014
Datum publicatie: 22-01-2015
Zaaknummer(s): GDWverzet676.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Verzet ingesteld op nader aan te voeren gronden zonder toestemming van de Kamer. De Kamer verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 19 december 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van de voorzitter van 26 augustus 2014 met nummer 161.2014 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 676.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beschikking van de voorzitter is bij brief van 3 september 2014 aan klager toegezonden. Bij brief, ter griffie ontvangen op 15 september 2014, heeft klager tegen de beschikking van de voorzitter verzet ingesteld op nader aan te voeren gronden. Die gronden zijn ontvangen op 23 september 2014. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 7 november 2014, alwaar klaagster is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn reactie op het verzet, ingekomen op 6 oktober 2014, laten weten dat hij niet ter zitting zou verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 19 december 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft bij brief van 12 september 2014, ter griffie ontvangen op 15 september 2014, meegedeeld dat hij verzet instelt maar dat hij de gronden daartoe binnen maximaal 10 dagen nadien zal aanvoeren. Hij heeft daarvoor geen toestemming gevraagd, laat staan dat hij bericht daarover van de Kamer heeft afgewacht. Niet is gebleken van omstandigheden die termijnoverschrijding voor het aanvoeren van die gronden verschoonbaar doen zijn. Er is derhalve verzet ingesteld zonder daarvoor tijdig gronden aan te voeren. Die omstandigheid leidt tot de conclusie dat het verzet niet-ontvankelijk is.

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-           verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.