ECLI:NL:TGDKG:2014:220 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet260.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:220
Datum uitspraak: 12-08-2014
Datum publicatie: 30-12-2014
Zaaknummer(s): GDwverzet260.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Verzet tegen een beslissing van de voorzitter. Het verzet is gedaan buiten de daarvoor geldende termijn. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 25 augustus 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 25 februari 2014 met nummer 924.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 260.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 13 maart 2014 aan klager verzonden. Op 28 maart 2014 is het verzetschrift tegen voormelde beslissing ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2014, waar klaagster niet is verschenen. De gerechtsdeurwaarder is verschenen bij zijn gemachtigde. De voorzitter heeft ter zitting gelijk uitspraak gedaan. Deze beslissing is de uitwerking hiervan. Nu enkel de ontvankelijkheid van het verzet is besproken is van de behandeling ter zitting geen proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

2.1       Op grond van het bepaalde in artikel 39, tweede lid van de Gerechtsdeurwaarderswet kan een klager tegen een beslissing van de voorzitter  tot afwijzing van een klacht, binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving schriftelijk verzet doen.

2.2       Deze termijn ving aan op14 maart 2014. Gelet daarop diende het verzetschrift op 27 maart 2014 bij de Kamer te zijn ontvangen. Het verzetschrift is op 28 maart 2014 bij de Kamer ontvangen. Gelet daarop is het verzetschrift van klaagster niet tijdig ingediend.

2.3       Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de overschrijding van de verzettermijn verschoonbaar is. Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard en komt wat klaagster in verzet heeft aangevoerd niet voor bespreking in aanmerking.

3.         Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.