ECLI:NL:TGDKG:2014:219 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet146.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:219
Datum uitspraak: 25-11-2014
Datum publicatie: 30-12-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet146.2014
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Verzet tegen een beslissing van de voorzitter. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 

Beslissing van 25 november 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van de voorzitter van 4 februari 2014 met nummer 817.2013 en het daartegen ingestelde verzet met nummer 146.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Voormelde beslissing van de voorzitter is bij brief van 10 februari 2014 aan klager verzonden.

Op 23 februari 2014 is het tegen de beslissing van de voorzitter gerichte verzetschrift bij de Kamer ontvangen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2014. Van de behandeling ter zitting is het aan deze beslissing gehechte proces-verbaal opgemaakt.

2. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klager heeft verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van deze beslissing, zodat het verzet ontvankelijk is.

3. De feiten

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter weergegeven feiten aangezien het verzet hiertegen niet is gericht.

4. De inleidende klacht

De voorzitter heeft de klacht in die zin samengevat dat klager zich erover beklaagt dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag heeft gelegd, terwijl er een betalingsregeling afgesproken was, nodeloos kosten heeft gemaakt en niet goed communiceert.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft overwogen voor zover hier van belang:

“ De gerechtsdeurwaarder heeft uitgebreid en gemotiveerd verweer gevoerd. Alle voor deze zaak relevante stukken zijn overgelegd. Op grond van dat verweer, waarbij de gerechtsdeurwaarder zijn handelwijze uitgebreid heeft toegelicht, zijn de enkele stellingen van klager niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen.”

6. De gronden van het verzet

De gronden van het verzet komen er – samengevat – op neer dat klager de Kamer verzoekt zijn klacht opnieuw te beoordelen.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1       Klager heeft ter zitting aangevoerd dat hij zich hoofdzakelijk beklaagt over de naar zijn mening te voortvarende wijze waarop de gerechtsdeurwaarder de zaak heeft behandeld en dat daardoor veel te hoge kosten zijn gemaakt.

7.2       Weliswaar is de kamer van mening dat de gerechtsdeurwaarder de zaak fors heeft aangepakt, doch mede gelet op de ter zitting gegeven  - en door klager niet weersproken - toelichting dat de opdrachtgever de invordering pas na een lange en moeizame voorgeschiedenis uit handen heeft gegeven en thans een zo snel mogelijke  afhandeling wenste, kan niet gezegd worden dat de gerechtsdeurwaarder te snel heeft gehandeld of onnodig kosten heeft gemaakt, zoals klager stelt.

7.3       Gelet op vorenstaande is de kamer van oordeel dat de door klager in verzet aangevoerde gronden geen nieuw licht werpen op de beslissing van de voorzitter, die de Kamer juist acht. Deze gronden bieden evenmin aanknopingspunten om de motivering van de beslissing aan te passen. Het verzet kan daarom niet slagen en dient ongegrond te worden verklaard

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.C. Smits, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en A.M. Maas, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Op grond van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.