ECLI:NL:TGDKG:2014:215 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet577.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:215
Datum uitspraak: 25-11-2014
Datum publicatie: 03-12-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet577.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 25 november 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 15 juli 2014 met zaaknummer 61.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 577.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 10 februari 2014, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 28 maart 2014, heeft de gerechtsdeur-waarder op de klacht gereageerd.

-           Bij beslissing van 15 juli 2014 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 22 juli 2014.

-           Bij brief, ingekomen op 11 augustus 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

-           Klager heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

-           Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2014 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 25 november 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter. Hij is echter toch ontvankelijk, omdat klager ter zitting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de periode dat hij verzet kon instellen in het ziekenhuis was opgenomen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Klager is bij vonnis van 1 februari 2012 veroordeeld tot betaling van een geldsom. De gerechtsdeurwaarder is belast met de tenuitvoerlegging van het vonnis.

4. De oorspronkelijke klacht

Naar de voorzitter begrijpt is klager het niet eens met de vordering tot betaling waarvan klager is veroordeeld en is klager het niet eens met het beslag op zijn uitkering en de toegepaste beslagvrije voet.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat klager het niet eens is met de tegen hem ingestelde vordering en de tenuitvoerlegging van een aan de gerechts-deurwaarder ter hand gesteld vonnis. Het tuchtrecht is bedoeld het handelen van de gerechtsdeurwaarder te beoordelen en niet de vordering waarvoor een vonnis is gewezen. Als klager het niet eens is met de tenuitvoerlegging van het aan de gerechtsdeurwaarder ter hand gestelde vonnis dient hij zich te wenden tot de gewone (executie)rechter. Tegenover het door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd en met stukken onderbouwd gevoerde verweer, heeft klager geen feiten gesteld of onderbouwd waaruit blijkt dat door de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij het niet eens is met de beslissing van de voorzitter, omdat [     ] destijds heeft medegedeeld dat de onderhavige zaak zou worden stopgezet. De gerechtsdeurwaarder is derhalve ten onrechte tot executie van het vonnis overgegaan.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist en de door klager aangevoerde gronden geven evenmin aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en mr.                M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van  25 november 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.