ECLI:NL:TGDKG:2014:211 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet628.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:211
Datum uitspraak: 25-11-2014
Datum publicatie: 03-12-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet628.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 14 oktober 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 15 juli 2014 met zaaknummer 120.2014 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 628.2014 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 18 februari 2014, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 9 april 2014, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

-           Bij beslissing van 15 juli 2014 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 16 juli 2014.

-           Bij brief, ingekomen op 29 juli 2014, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

-           De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

-           Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2014 alwaar niemand is verschenen. Van de behandeling ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 25 november 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De onderhavige vordering was, voordat de gerechtsdeurwaarder deze in behandeling kreeg, bij [     ] in behandeling.

-           Op 18 september 2013 is een vonnis ten laste van klaagster gewezen.

-           Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder het vonnis aan klaagster betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.

-           Nadien heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klaagster loonbeslag gelegd.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er, naar de Kamer begrijpt, over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte een vordering tracht te incasseren.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat deze betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van een vonnis, waarover deze Kamer niet kan oordelen. Executiegeschillen kunnen aan de voorzieningenrechter in kort geding worden voorgelegd.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klaagster als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster, naar de Kamer begrijpt, aangevoerd dat zij ten onrechte tot betaling van de openstaande telefoonrekening is veroordeeld, omdat zij de des-betreffende telefoon niet in haar bezit had.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter derhalve juist en de door klaagster aangevoerde gronden geven evenmin aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.